Glagolitisch alfabet
Het glagolitische alfabet is het oudste schrift dat ontworpen is voor een Slavische taal. Het werd rond 862-863 ontworpen voor het Oudkerkslavisch door de monniken Constantijn de Filosoof (ook wel Cyrillus genoemd) en Methodius, twee broers uit Thessaloniki (in de vroege Middeleeuwen een stad in Slavisch gebied). De naam is afgeleid van twee Slavische woorden die veel voorkwamen in religieuze teksten: glagolъ ('woord') en glagolati ('spreken') — glagolitisch betekent dan ook zoveel als fonetisch.
Het glagolitische alfabet wordt tegenwoordig niet meer gebruikt. Bij de orthodoxe Slaven is het glagolitische alfabet verdrongen door het eenvoudigere cyrillische alfabet; bij de katholieke Slaven heeft het uiteindelijk plaatsgemaakt voor het Latijnse alfabet. Teksten in het glagolitische alfabet kunnen zonder verlies van informatie ook met het cyrillische alfabet worden weergegeven.
Inhoud |
[bewerk] Vorm
[bewerk] Herkomst
Het glagolitische alfabet is geïnspireerd op verschillende alfabetten plus drie christelijke symbolen: het kruis, de cirkel (als symbool van de volmaaktheid) en de driehoek (als symbool van de Heilige Drie-eenheid). In tegenstelling tot het cyrillische alfabet is het glagolitische alfabet dus niet direct van het Griekse alfabet afgeleid. De alfabetten die als inspiratie dienden zijn onder andere het Latijnse (de letter v; vĕdĕ), het Griekse (de letter f; frьtъ), het cursief geschreven Griekse (de letter m; myslite), het Samaritaanse (de letter b; buky) en het Hebreeuwse (de letter k, kako).
Evenals in het Grieks hebben de letters in het glagolitische en ook in het cyrillische alfabet een naam waarvan de eerste letter overeenkomt met de betreffende letter. Deze namen zijn van later datum en dienden waarschijnlijk als ezelsbruggetje.
[bewerk] Het glagolitisch naast het cyrillisch
Teken | Naam | Uitspraak | Oorsprong | Modern Cyrillisch |
---|---|---|---|---|
az | /a/ | Het kruisteken, of Hebreeuws א (alef) | (А а) | |
buky | /b/ | Onbekend, Samaritaans /m/ is het gespiegelde teken | (Б б) | |
vĕdĕ | /v/ | Waarschijnlijk van de Latijnse V | (В в) | |
glagoli | /g/ | Cursief Grieks γ (gamma) | (Г г) | |
dobro | /d/ | Griekse Δ Delta (vgl. /v/ als omgekeerde /d/) | (Д д) | |
estъ | /ɛ/ | Misschien Samaritaans /he/ of Grieks nummer sampi (900) | (Е е) | |
živĕte | /ʒ/ | Onbekend | (Ж ж) | |
ʣelo | /ʣ/ | Onbekend | (Ѕ ѕ) | |
zemlja | /z/ | Waarschijnlijk variant van Grieks θ (thèta) | (З з) | |
iže | /i/ | Waarschijnlijk van de Griekse ι iota met diëresis | (И и) | |
i | /i/ | Onbekend | (І і) | |
ģerv | /ʤ/ | Onbekend | (Ћ ћ) | |
kako | /k/ | Hebreeuws ק (qof) | (К к) | |
ljudie | /l/ | Waarschijnlijk cursief Griekse λ (labda) | (Л л) | |
myslite | /m/ | Cursief Griekse μ (mu) | (М м) | |
našь | /n/ | Onbekend | (Н н) | |
onъ | /ɔ/ | Onbekend | (О о) | |
pokoi | /p/ | Misschien een variant van vroeg-Griekse π (pi) | (П п) | |
rьci | /r/ | Misschien verwant aan cursief Grieks ρ (rho) | (Р р) | |
slovo | /s/ | Onbekend | (С с) | |
tvrьdo | /t/ | Misschien de kruisbalk van cursief Grieks τ (tau) | (Т т) | |
ukъ | /u/ | Ligatuur van onъ en ižica | (У у) | |
frьtъ | /f/ | Variant op de Griekse Φ (phi) | (Ф ф) | |
xĕrъ | /x/ | Onbekend, vergelijk /g/ en Latijnse h | (Х х) | |
otъ | /o/ | Ligatuur van onъ en zijn spiegelbeeld | (Ѿ ѿ) | |
šta | /ʃt/ | Ligatuur van ša bovenop tvrьdo | (Щ щ) | |
ci | /ʦ/ | Hebreeuws צ (tsade) | (Ц ц) | |
črьvь | /ʧ/ | Onbekend | (Ч ч) | |
ša | /ʃ/ | Hebreeuws ש (shin) | (Ш ш) | |
erъ | /ъ/, /ə/ | Onbekend | (Ъ ъ) | |
erь | /ь/ | Onbekend | (Ь ь) | |
jatь | /ě/ | Misschien van een epigrafische Griekse Α (alfa) | (Ѣ ѣ) | |
ju | /ju/ | Onbekend | (Ю ю) | |
Nasaliteit | N | Voorste nasaalvocaal, van Grieks Ε (epsilon) | (Ѧ ѧ) | |
Nasale e | /ę/ | Voorste nasaalvocaal, ligatuur van estъ en nasaliteit | (Ѩ ѩ) | |
Nasale o | /ơ/ | Achterste nasaalvocaal, ligatuur van onъ en nasaliteit | (Ѫ ѫ) | |
Nasale ö | /jơ/ | Ligatuur van een onbekende letter en nasaliteit | (Ѭ ѭ) | |
fita | /f/ | Van de Griekse θ (thèta) | (Ѳ ѳ) | |
ižica | /v/, /i/ | Ligatuur van iže en erь | (Ѵ ѵ) |
[bewerk] Schrijfconventies
[bewerk] Ligaturen
In het glagolitische alfabet worden sommige klanken weergegeven door ligaturen: twee of meer afzonderlijke letters die gecombineerd worden tot één nieuw symbool. Een voorbeeld van een ligatuur is de letter u (ukъ), die is samengesteld uit de letters onъ (o) en ižica, welke laatste op zijn beurt weer is samengesteld uit i en erь (ị). Het glagolitisch kon door zijn vorm gemakkelijk ligaturen maken. Ook in het Latijnse schrift komen ligaturen voor, zoals æ en œ.
[bewerk] Afkortingen
Naast ligaturen komen in het glagolitisch (en ook in het cyrillisch) veelvuldig afkortingen voor. Afkortingen worden aangeduid door de titlo, een teken dat er enigszins uitziet als een liggende ∫ boven de afkorting. Deze wijze van afkorten komt voort uit het Hebreeuws, waar iets dergelijks werd gedaan met de onuitsprekelijke naam van God. In de Hellenistisch-Griekse vertalingen van het Oude Testament werd de naam van God ook afgekort, waarna ook andere zogeheten heilige woorden (nomina sacra) werden afgekort. Voorbeelden van afkortingen zijn isъ voor iisusъ (Jezus) en spъ voor spasъ (Verlosser).
[bewerk] Geschiedenis van het schrift
[bewerk] De Moravische missie (860)
In Moravië bevonden zich in de 9e eeuw missionarissen uit vele landen (zowel Rooms-Katholieke als Oosters-orthodoxe) en dat zorgde voor verwarring. In de hagiografie van Methodius (de Vita Methodii) is te lezen hoe de toenmalige Moravische heerser Rostislav de jonge Byzantijnse keizer Michael III daarop vroeg Slavischsprekende missionarissen naar Moravië te sturen, om het volk de waarheid te leren, en het evangelie te verkondigen in de landstaal in plaats van in het Latijn. De Patriarch van Constantinopel, Photius, droeg Constantijn op naar Moravië te vertrekken. In de 9e eeuw waren de verschillende Slavische dialecten onderling verstaanbaar. In de voorbereiding op het vertrek ontwierp Constantijn een alfabet voor het Slavische dialect van zijn geboorteplaats Thessaloniki. Dit alfabet zou later het glagolitische alfabet worden genoemd. Als eerste vertaalde Constantijn het evangelie van Johannes uit het Grieks naar het Slavisch, in het nieuw ontworpen alfabet.
De broers werden bij aankomst in Moravië echter niet hartelijk ontvangen. Rostislav, die in 864 een nederlaag had geleden tegen de Franken en de Bulgaren, was niet in de positie Constantijn en Methodius bij te staan. Het Moravische godsdienstige leven werd bepaald door de Frankisch-Beierse clerus, die Constantijn en Methodius aan alle kanten tegenwerkte. Vooral het gebruik van de volkstaal was de clerus een doorn in het oog. Bovendien bleek het heidendom nog steeds diepgeworteld te zijn bij de plaatselijke bevolking, en zo gebeurde het dat na slechts 40 maanden werk de twee broers Moravië verlieten en aan de terugreis naar Byzantium begonnen, met medeneming van hun Moravische leerlingen.
[bewerk] De Pannonische periode
Op weg terug naar Byzantium stopten de broers in Blatograd (Duits: Mosaburg), de hoofdstad van Pannonië, aan de oevers van het Balatonmeer in het huidige Hongarije. Hier werden de broers wel warm onthaald; Kocel, de hertog van Pannonië, was erg enthousiast over de nieuwe letters en leerde ze zelf lezen en schrijven. Bovendien stuurde hij vijftig studenten naar Constantijn en Methodius om de letters te bestuderen. Na de dood van Constantijn (die zichzelf inmiddels Cyrillus was gaan noemen) in 869 in Rome, keerde Methodius terug naar Pannonië en Moravië om daar een aartsbisschoppelijke zetel te bezetten. Na Methodius' dood in 885 werden zijn leerlingen gevangengezet, verbannen of als slaaf verkocht. Door de verbanning verspreidde het glagolitisch zich over de Balkan (met name in Preslav en Ochrid aan het meer van Ohrid in de huidige republiek Macedonië en langs de Adriatische Zee) en zelfs tot in Rusland.
[bewerk] De late Middeleeuwen en daarna
Eveneens aan het eind van de 9e eeuw ontstond in Preslav het op het Griekse alfabet gebaseerde cyrillische schrift, waarschijnlijk ontworpen door een van de leerlingen van Methodius. Het cyrillische alfabet was aanzienlijk eenvoudiger dan het glagolitische, zeker voor degenen die vertrouwd waren met het Griekse, wat bijgedragen heeft aan de snelle verdringing van het glagolitische alfabet door het cyrillische.
Behalve voor het Oudkerkslavisch heeft het glagolitische schrift alleen bij de katholieke Slaven een tijdlang standgehouden, maar het moest uiteindelijk plaatsmaken voor het Latijnse alfabet. Vooral in het westen van Kroatië bleef het gebruik van het alfabet bestaan; in een handvol katholieke parochies in Noordwest-Dalmatië, voornamelijk op de Kornati-eilanden, is het glagolitische alfabet tot in het begin van de 20e eeuw tijdens de liturgie gebruikt. Tot de 14e en 15e eeuw werd het glagolitische alfabet sporadisch gebruikt in Bohemen en Polen.
In Kroatië ontwikkelde het glagolitisch zich van ronde vormen tot een hoekiger variant, het Kroatisch glagolitisch. In Kroatië ligt ook de oorsprong van de aanduiding glagolitisch; tot na de Middeleeuwen werd het glagolitische alfabet 'cyrillisch' genoemd.
[bewerk] Trivia
- Het glagolitische alfabet is gebruikt in de IMAX-3D-film Alien Adventure, waar het dienstdoet als het schrift van een buitenaardse soort, waarvan de leider Cyrillus heet. De taal die de aliens in deze (Belgische) film spreken is overigens Waals.
- Het gagolitische alfabet is gebruikt in The Adrenalini Brothers, een serie tekenfilmpjes van 1 minuut, als alfabet van het fictieve land Réndøosîa.
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Literatuur
- Fucic, Branko: Glagoljski natpisi. (In: Djela Jugoslavenske Akademije Znanosti i Umjetnosti, knjiga 57.) Zagreb, 1982. 420 p.
- Fullerton, Sharon Golke: Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic Manuscripts. (In: Slavic Papers No. 1.) Ohio, 1975. 93 p.
- Gosev, Ivan: Rilszki glagolicseszki lisztove. Szofia, 1956. 130 p.
- Jachnow, Helmut: Eine neue Hypothese zur Provenienz der glagolitischen Schrift - Überlegungen zum 1100. Todesjahr des Methodios von Saloniki. In: R. Rathmayr (Hrsg.): Slavistische Linguistik 1985, München 1986, 69-93.
- Jagic, Vatroslav: Glagolitica. Würdigung neuentdeckter Fragmente, Wien, 1890.
- Kiparsky, Valentin: Tschernochvostoffs Theorie über den Ursprung des glagolitischen Alphabets In: M. Hellmann u.a. (Hrsg.): Cyrillo-Methodiana. Zur Frühgeschichte des Christentums bei den Slaven, Köln 1964, 393-400.
- Miklas, Heinz (Hrsg.): Glagolitica: zum Ursprung der slavischen Schriftkultur, Wien, 2000.
- Steller, Lea-Katharina (geb. Virághalmy): A glagolita írás In: Paleográfiai kalandozások. Szentendre, 1995. ISBN 9634509223
- Vais, Joseph: Abecedarivm Palaeoslovenicvm in usum glagolitarum. Veglae, [Krk], 1917. XXXVI, 74 p.
- Vajs, Josef: Rukovet hlaholske paleografie. Uvedení do knizního písma hlaholskeho. V Praze, 1932. 178 p, LIV. tab.
Bron(nen): |
|