Myra
Myra (dichtbij het hedendaagse Demre (Turks: Kaleüçağiz)) is een klein dorp bij Bucak tussen Finike (25 km) en Kas (48 km), ten zuidwesten van Antalya in de zuidwestelijke kuststreek van Lycië, Turkije. Het ligt aan de rivier de Myros (Demre Çay) in de vruchtbare alluviale vlakte tussen de berg Alaca Dag, het Taurusgebergte en de Egeïsche Zee. Aanvankelijk lag Myra aan de kust, maar door de modder van de Myrosrivier ligt ze nu 5 km landinwaarts.
Sommige geleerden stellen Myra gelijk aan de stad Mira in Arzawa. Daarvoor is echter tot op heden geen bewijs geleverd.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
De datum van het ontstaan van de stad is onbekend. Er is geen geschreven bewijs van bestaan bekend voordat de stad lid werd van het Lycisch Verbond (168 v. Chr. – 43 n. Chr.). Aangenomen wordt echter dat de stad veel ouder is, daar een vestingmuur is gedateerd op de 5e eeuw v. Chr.
[bewerk] Lycische en Romeinse tijdperk
Myra werd lid van het Lycisch Verbond in 6 v. Chr.. Strabo beschrijft het als een van de grootste steden van het verbond.
Artemis Eleutheria (Cybele) was de beschermgodin van de plaats. Zeus, Athena en Tyche werden ook vereerd. Voor Artemis bestond ook een cultuscentrum (tempel) dat bij een aardbeving in 141 instortte, maar later weer werd herbouwd. De weldoener Opramoas van Rhodiapolis, die de bouw van het Romeinse theater financierde, geeft in een inscriptie aan dat de tempel van Artemis de grootste en prachtigste tempel is, hetgeen ook wordt beschreven, volgens een legende, door bisschop Nicolaas van Myra.
Toen de stad door de Romeinen werd veroverd, brak de periode van het christendom aan. Paulus heeft de haven van de stad in 59 aangedaan om er van schip te verwisselen en rond 300 werd hier Sint Nicolaas bisschop van Myra. Hij bestreed het Arianisme op het Eerste Concilie van Nicea in 325. Na de scheiding van Lycië en Pamphylië onder de Romeinse keizer Theodosius II (401-450 n. Chr) werd Myra de hoofdstad van de Lycische eparchie (bisdom) van het Byzantijnse Rijk.
[bewerk] Arabische tijdperk tot onafhankelijkheid
In 809 viel de stad in handen van het Abbasidenrijk toen de Arabische troepen van Haroen al-Rashid de stad veroverden op Alexius I van Byzantium, de keizer van Byzantium. De stad raakte door de aanval in verval. De stad werd heroverd, maar in het begin van de regering van Alexius I Comnenus (1081 - 1118) werd de stad opnieuw veroverd, ditmaal door de Islamitische Seltsjoeken. In de onrust die daarna volgde, maakten 87 kooplieden uit Bari een groot gedeelte van de beenderen van Nicolaas van Myra buit (ondanks protesten van de monniken die ze bewaakten), om hiermee op 9 mei 1087 in Bari aan te komen. Spoedig daarna werd (de toen Spaanse kolonie) Bari daardoor een pelgrimsoord. Het Sultanaat van Rüm heerste daarna over de stad, totdat in de 13e eeuw het rijk werd veroverd door de Karamanid stam uit Anatolië en in 1468 werd het onderdeel van het Ottomaanse Rijk. Na de val van dit rijk en de daaropvolgende onafhankelijkheid van Turkije op 29 oktober 1923 werd het onderdeel hiervan.
Vandaag de dag is het een belangrijke toeristische attractie.
[bewerk] Ruïnes en bezienswaardigheden
De ruïnes van de Lycische en Romeinse stad zijn grotendeels overdekt met een alluviale zoutlaag (modderlaag van de Myrosrivier). De Acropolis op het Demre-plateu, het Romeinse theater en de Romeinse baden (eski hamam) zijn gedeeltelijk opgegraven door de Duitse archeoloog Prof. J. Borchhardt.
[bewerk] Basiliek van Nicolaas van Myra
De beroemde basiliek van Nicolaas van Myra werd gebouwd in de 6e eeuw. Hier is echter niet veel meer van over. Het grootste deel van de huidige basiliek werd gebouwd in de 8e eeuw. Keizer Constantijn IX (rond 1000 - 11 januari 1055) en keizerin Zoe lieten een ringmuur om de basiliek heen bouwen. In de tweede helft van de 11e eeuw werd er een klooster bijgebouwd. Aan monniken werd de opdracht gegeven om de tombe van Nicolaas te bewaken voor pelgrims. Na het verdwijnen van de beenderen van Nicolaas in 1087 verloor de basiliek haar betekenis als pelgrimsoord en werd grotendeels verwoest door de Seltsjoeken. Door de eeuwen heen raakte de kerk in verval en bedolven onder de modder van de Myrosrivier. In 1863 kocht de Russische tsaar Alexander II de kerk en begon met de opgraving en restauratie ervan. De restauratie werd echter nooit voltooid. In 1963 werden de oostelijke en zuidelijke onderdelen van de kerk opgegraven. Hierbinnen bevinden zich nog enkele mozaïeken (onder andere de vloer is gemaakt van opus sectile; een mozaïek van gekleurd marmer), fresco's en sarcofagen uit de vroeg-christelijke periode. In 1968 werd de sarcofaag van Nicolaas (die eigenlijk een hergebruikte marmeren Griekse sarcofaag is) weer van een dak voorzien. Er zijn nog steeds enkele beenderen van Nicolaas aanwezig en voor de basiliek is een monument voor hem geplaatst.
[bewerk] Dodensteden
Er zijn twee Lycische dodensteden (rotsengraven) uitgehakt in de verticale zijde van de kliffen in Myra: de rivier-dodenstad en de oceaan-dodenstad. De graven zijn veelal uitgehakt in de vorm van het vooraanzicht van een tempel met pilaren. De bekendste tombe is de "Leeuwentombe".
[bewerk] Andriake
Myra was in de klassieke tijd verbonden met de zee door de haven van Andriake. Paulus verwisselde hier van boot in 59 toen hij naar Rome ging (zie ook boven). Later raakte de haven verzilt. Tegenwoordig is hier nog een groot granarium (korenschuur) te bezichtigen waar tot 6000 m3 graan kon worden opgeslagen.
[bewerk] Externe links
- Beschrijving van Myra (nederlands)
- Lycië en Myra (engels)