Medisch jargon

Medisch jargon zijn uitdrukkingen die door artsen en in de medische wereld worden gebruikt en daarbuiten niet, of in een andere betekenis. Sommige van deze uitdrukkingen zijn potjeslatijn.

A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z

Lijst van medische jargonuitdrukkingen:

[bewerk] A

Abdominaal: Met betrekking tot de buik
Acuut: plots ontstaan, op korte termijn verlopend
Adenoom: goedaardig gezwel ontstaan uit klierweefsel
Agens: Werkzame stof
Anamnese: Voorgeschiedenis en omstandigheden (van de ziekte)
Antidotum: Tegengif
anti-emeticum : middel tegen braken
arterieel: slagaderlijk
Asymptomatisch: Zonder ziekteverschijnselen

[bewerk] B

Biopsie: Het nemen van een biopt
biopt: te onderzoeken stukje weefsel

[bewerk] C

Cardiaal: Met betrekking tot het hart
Cardiovasculair: Met betrekking tot hart en bloedvaten
Chronisch: Slepend, langdurig
Coagulatie: Stolling
coccydynie: pijn aan het stuitje
Complicatie: verwikkeling, stoornis in de normale genezing
Congenitaal: Aangeboren
Contra-indicatie: Een kenmerk van de patiënt dat een bepaalde behandeling uitsluit of minder gewenst maakt (vergl. Indicatie).
Contusie: Kneuzing
Coronair: Met betrekking tot de kransslagaders
Cura te ipsum: Genees eerst jezelf
Cyste: Holte met vloeibare of taaie inhoud

[bewerk] D

Defecatie: Stoelgang
Deficiëntie: Tekort
Diagnose: Het geven van een naam aan een ziekte van een patiënt
dysmorfie: een vreemde vorm hebben

[bewerk] E

E causa ignota: Door onbekende oorzaak
endocrien: betrekking hebbend op hormonen

[bewerk] F

Fractuur: breuk

[bewerk] G

glucosurie: suiker in de urine
glycosurie: suiker in de urine

[bewerk] H

hypertelorisme:ver uit elkaar staan van de ogen
hypokinesie:verminderde beweeglijkheid of beweegbaarheid
hypotonie:slap, met weinig (spier)spanning

[bewerk] I

Idiopathisch: Zonder bekende oorzaak
Incubatie: Sluimeren (van een ziektekiem na besmetting); bij geschikte omstandigheden voor groei bewaren
Indicatie: Een kenmerk van de patiënt dat aanleiding geeft tot een bepaalde behandeling.
In dubio abstine: Bij twijfel niets doen
Inflammatie: Ontsteking
Intestinaal: Met betrekking tot de darm
Intraveneus: In de ader

[bewerk] L

Lege artis: Volgens de regels van de kunst
Laesie: Letsel, plek waar de afwijking zit.

[bewerk] M

maagportier:kringspier tussen maag en dunne darm (duodenum)
macrocephalie: een grote schedel hebbend
microcephalie: een kleine schedel hebbend

[bewerk] N

neuropathie: aandoening van een of meer zenuwen

[bewerk] P

Parese: gedeeltelijke verlamming
Pathogeen: ziekte veroorzakend (meestal micro-organisme of virus)
Predispositie: Vatbaarheid, aanleg voor
polydipsie: veel (water) drinken
post aut propter: erna of erdoor
Primum non nocere: Ten eerste geen kwaad doen
Prodromale fase fase voor het vol uitbreken van een ziekte waarin de patiënt vaak al niet helemaal lekker is.
Pus bonum et laudabile: Goede en prijzenswaardige pus