Willem van de Velde de Jonge
Willem van de Velde, de Jonge (Leiden, 1633 – Londen, 6 april 1707), was een Nederlandse schilder, en was net als zijn vader, Willem van de Velde, de Oude, gespecialiseerd in zeeschilderijen.
Willem van de Velde, de Jonge werd opgeleid door zijn vader, waarna hij op vijftienjarige leeftijd in de leer ging bij Simon de Vlieger, een gereputeerde zeeschilder van die tijd. Willem werd al snel beroemd. Hij was een soort tegenhanger van zijn vader Willem van de Velde, de Oude, waarvan het werk gekenmerkt wordt door realisme. Willem van de Velde schilderde in het begin meestal rustige zeegezichten met groepen vissersboten voor de kust. In 1672, aan het begin van de Derde Nederlands-Engelse Oorlog, ging hij samen met zijn vader weg uit Amsterdam en verhuisde naar Londen. Vanaf toen koos hij andere onderwerpen voor zijn schilderijen. Hij ging zich nu vooral concentreren op scheepsportretten van de koninklijke Engelse jachten en van oorlogsbodems. Twee jaar later, in 1674, werd hij aangesteld door Karel II van Engeland, om voor een salaris van 100 pond voor hem te komen werken. Hij maakte verschillende schilderijen van zeeslagen en moest vooral de tekeningen van zijn vader tot schilderijen omzetten. Hij werd beschermd door de Hertog van York, de latere James II van Engeland, en door verschillende andere edellieden.
De beste werken van Van de Velde zijn gezichten van de Hollandse kust met Nederlandse scheepvaart. Deze werken zijn delicaat en afgewerkt. Ook de tuigage van de schepen is zeer gedetailleerd. De vele figuren aan boord van een schip zijn ook tot in de kleinste details afgebeeld. De artiest is gekend om zijn succesvolle afbeelding van de zee, of deze nu kalm of stormachtig was.