Trisong Detsen
Trisong Detsen (Khri-srong lDe-btsan) was de 38e koning van Tibet. Hij regeerde van 755 tot 797 en was één van de drie Dharma koningen die het Boeddhisme naar Tibet brachten. Hij nodigde Shantarakshita en Padmasambhava om de geschriften te vertalen en is daarmee de koning die het Boeddhisme in Tibet heeft geïntroduceerd.
Trisong Detsen had een imperium geërfd dat kleiner was geworden dan onder zijn voorganger. In 694 verloor Tibet enkele steden Turkestan en in 703 was een rebellie in Nepal.
De koning nodigde Padmasambhava, Shantarakshita en vele andere Indische leraren uit om naar Tibet te komen en het Boeddhisme te verspreiden. Trisong Detsen vroeg hen alle Boeddhistische dharma teksten (circa 5,400) te vertalen. Tevens stichtten ze Samye, het eerste klooster, in Tibet.
In een beroemd twee jaar durend debat (792-794) zette de koning de Chinees Boeddhistische monnik Hoshang tegen de tantrisch Boeddhistische monnik Kamalashila. De Hoshang school, grondlegger van het Zen boeddhisme, had als standpunt dat verlichting onmiddellijk kon zijn, terwijl Kamalashila het standpunt had dat morele en mentale oefening onder een meester verreist waren. Uiteindelijk vond de koning dat Kamalashila gelijk had en koos hij voor het Tantrische Boeddhisme.
In 763 stuurde Trisong Detsen een leger van 200.000 man naar de grens met China en versloeg het Chinese leger en nam vervolgens de hoofdstad Chang'an in bezit. De Chinese keizer werd hierbij gedwongen te vluchten. In 778 vormde Trisong Detsen een verbond met de koning Imobsun van Siam en samen vielen ze China in Sichuan aan. In 783 werd een vredesverdrag getekend met China en werd het grootste gedeelte teruggegeven.
Trisong Detsen probeerde ook westelijke gebieden in te nemen en kwam in de buurt van de Amu Darja, hetgeen de Arabische kalief Haroen al-Rashid bedreigend vond. De kalief sloot een verbond met China en aan de westelijke grens braken vaak oorlogen uit met de Arabieren en dat bleef zo tot het eind van zijn regering in 797.
