Polle en Frank Taminiau
Polle (1978 - 16 juli 1998) en Frank Taminiau (1982 - 16 juli 1998) waren Nederlandse misdaadslachtoffers in het jaar 1998.
[bewerk] Reconstructie
Ze werden geliquideerd aangetroffen in een stuk bos in Tilburg, op het landgoed van hun ouders, waar ook de lichamen van de beruchte Limburgse criminelen Rinus de Broer alias "de XTC-boer" en Nico van Golde alias "Gladde Nico" gevonden werden. Men gelooft dat de broers getuigen waren van een soort afrekening in het milieu en daarom zijn opgeruimd.
Drie jaar lang bleven de moorden op zowel de gebroeders Taminiau als de moorden op de drugscriminelen onopgelost. Tot men in 2001 een bericht kreeg van de vader van beroepscrimineel Bart Heesbeen alias "de Priester" die zichzelf in 2001 heeft opgehangen. In zijn afscheidsbrief zegt Heesbeen dat hij de gebroeders Taminiau heeft doodgeschoten in samenwerking met ene Hans Verspeek alias "Pukkie" die in 1999 tijdens een caféruzie werd doodgeschoten. Op SBS6 is er een documentaire gemaakt bij "Peter R. de Vries, misdaadverslaggever".
Bart Heesbeen legde in zijn afscheidsbrief uit dat hij samen met Pukkie van plan waren de drugscriminelen De Boer en Van Golde te rippen. Ze zouden de XTC-productie van de heren zogenaamd kopen en ze vervolgens liquideren. Maar tijdens de liquidatie werden ze betrapt door Polle en Frank Taminiau die toevallig langsliepen op weg naar hun ouderlijk huis. Pukkie riep meteen: "die twee daar moeten ook slapen". Vervolgens hadden Heesbeen en Pukkie de broers meegenomen onder bedreiging van een pistool en ze afgemaakt met een nekschot. Toch had Heesbeen sinds die moorden geen oog meer kunnen dichtdoen en had last van nachtmerries. Om daar van af te raken, heeft hij tenslotte zelfmoord gepleegd bij zijn ouders.
Maar de politie gelooft dat er meer betrokkenen waren bij de afrekening van de drugscriminelen en begon een intensief speurwerk naar mogelijke betrokkenen en ze arresteerden een hoop andere criminelen, onder andere de Poolse immigrant Jana B. die ook voor andere levensdelicten schuldig is bevonden.
Op 7 september 2004 werd de 27-jarige Marco R. uit Den Bosch aangehouden. Hij zou de bodyguard van Bart Heesbeen zijn geweest ten tijde van de moord en zou volgens DNA-sporen op de plaats delict aanwezig zijn geweest. De zaak tegen hem werd op 16 mei 2006 inhoudelijk behandeld. De rechtbank sprak hem vrij omdat onvoldoende was onderzocht hoe het DNA-spoor (een haar in de citroën van de gebroeders Taminiau) daar gekomen kon zijn. De rechtbank achtte verder niet bewezen dat hij de bodyguard van Bart Heesbeen was geweest.
