Margriet (geslacht)
| Leucanthemum | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 Margriet (Leucanthemum vulgare) |
||||||||||
| Taxonomische indeling | ||||||||||
|
||||||||||
| Geslacht | ||||||||||
| Leucanthemum |
Leucanthemum is een geslacht van ongeveer 70 soorten bloeiende planten in de composietenfamilie (Asteraceae).
De naam Leucanthemum is afgeleid van de Griekse woorden leukos = "wit" en anthemon = "bloem".
De planten van dit geslacht komen voor in Europa, Noord-Afrika en de gematigde zones van Azië. Ook in Australië en Nieuw-Zeeland kan men ze aantreffen.
Het geslacht bevat overblijvende, soms 1-jarige planten die in hoogte variëren van 5 cm tot 1 meter.
Het geslacht werd afgesplitst van het geslacht Chrysanthemum, omdat de bloemen niet aromatisch zijn en op de bladeren de grijs-witte haren ontbreken.
De kruidachtige, snel groeiende stengel in meestal onvertakt en ontspringt uit een kruipende wortelstok.
De bladeren zijn alternerend geplaatst. De bladranden zijn enkel of dubbel getand.
De meeste soorten worden als onkruid beschouwd. Sommige soorten zijn decoratief en hebben aanleiding gegeven tot vele cultivars voor snijbloemen als ‘Aglaia’, ‘Esther Read’, ‘Wirral Pride’, ‘Wirral Supreme’, ‘Tinkerbell’ en ‘Snow Lady’.
[bewerk] Soorten
In België en Nederland komt in het wild alleen de gewone margriet (Leucanthemum vulgare) voor.
Andere soorten in dit geslacht zijn:
- Leucanthemum adustum
- Leucanthemum ageratifolium Pau
- Leucanthemum aligatum R. Vogt
- Leucanthemum aligulatum
- Leucanthemum alpinum Lam.
- Leucanthemum arundanum
- Leucanthemum atratum aggr.
- Leucanthemum burnatii Briq. & Cavill.
- Leucanthemum catalaunicum
- Leucanthemum catananche (Ball) Maire
- Leucanthemum ceratophylloides ssp. tenuifolium (Guss.) Bazzich. & Marchi
- Leucanthemum chloroticum Kerner & Murb.
- Leucanthemum coronarium
- Leucanthemum crassifolium
- Leucanthemum decipiens Pomel
- Leucanthemum delarbrei Timb.-Lagr.
- Leucanthemum depressum (Ball) Maire
- Leucanthemum discoideum (All.) H.J.Coste
- Leucanthemum favargeri
- Leucanthemum gallaecicum Rodr.-Oubiña et S. Ortíz
- Leucanthemum gaudinii DT.
- Leucanthemum gayanum (Coss. & Durieu) Maire
- Leucanthemum glabrum f. pinnatisectum Pau
- Leucanthemum gracilicaule (Dufour) Pau
- Leucanthemum graminifolium (L.) Lam.
- Leucanthemum halleri Ducomm.
- Leucanthemum heterophyllum (Willd.) DC.
- Leucanthemum integrifolium (Richards.) DC. : Entire-leaf Daisy
- Leucanthemum hultenii A
- Leucanthemum irctianum DC.
- Leucanthemum ircutianum Turcz. ex DC.
- Leucanthemum ircutianum ssp. crassifolium (Lange) Vogt
- Leucanthemum laciniatum Huter, P.& R.
- Leucanthemum lacustre (Brot.) Samp. : Portuguese Daisy
- Leucanthemum maestracense
- Leucanthemum margaritae (Gáyer ex Jáv.) Zeleny
- Leucanthemum maximum (Ramond) DC. : Shasta Daisy
- Leucanthemum merinoi Vogt. & Castroviejo
- Leucanthemum montserratianum R. Vogt
- Leucanthemum nipponicum Franch. ex Maxim. : Nippon Daisy
- Leucanthemum pallena (Gay) DC.
- Leucanthemum pallens (Gay) DC.
- Leucanthemum palmatum
- Leucanthemum paludosum (Poir.) Pomel
- Leucanthemum pluriflorum Pau
- Leucanthemum praecox (Harvatic) Harvatic
- Leucanthemum pujiulae Sennen
- Leucanthemum subalpinum (Schur) Tzvelev
- Leucanthemum superbum (J.W. Ingram) Berg. ex Kent.
- Leucanthemum sylvaticum (Hoffmans & Link) Nyman
- Leucanthemum tridactylites (Fiori) Bazzich.
- Leucanthemum valentinum Pau
- Leucanthemum waldsteinii (Sch.Bip.) Pouzar
- Leucanthemum weyrichii Maxim.
[bewerk] Hybriden
- Leucanthemum × superbum ( = L. lacustre × L. maximum) : Shasta madeliefje
