Lorenz-curve
De Lorenz curve geeft het verband weer tussen het cumulatief percentage van de bevolkingsomvang, en het cumulatief percentage van de inkomens van diezelfde bevolking. De Lorenz Curve werd ontwikkeld in 1905 door Max O.Lorenz , om de verdeling van het inkomen weer te geven.
Het verwerven van een loon, intrest, loon enzoverder geeft aan personen een zeker inkomen, wat medebepalend is voor de fortuintoestand van dat bepaald persoon. Fortuinen worden tevens nog eens overgedragen van generatie op generatie. De exacte rijkdom van iemand voorspellen is dus niet makkelijk. Vermits inkomens en fortuinen ongelijk verdeeld zijn onder de bevolking, hebben we een middel nodig om de spreiding van de inkomens in beeld te kunnen brengen. Door middel van fiskale statistieken kan men een Lorenz curve opstellen.
Om deze curve op te stellen vertrekt men van de laagste inkomens, en eindigt men met de hoogste. De 45° lijn in zo een grafiek zou een volledig gelijke inkomensverdeling betekenen, wat uiteraard nooit het geval zal zijn. We kunnen dus stellen dat, hoe dichter de curve bij de 45° ligt, hoe gelijker de inkomens verdeeld zijn. Op zo een curve kunnen we bijvoorbeeld aflezen dat 20% van de gezinnen samen 10% van het totale inkomen bezitten. Wanneer wordt geprobeerd om de inkomens gelijker te stellen, dus de curve ligt dichter bij de 45°-lijn, is er spraken van inkomensnivellering.
De Gini-coëfficiënt is het oppervlak dat begrensd wordt door de 45°-lijn, en de ware verdeling van de inkomens. Ze ligt steeds tussen 0 en 1, waarbij 0 staat voor een perfect gelijke verdeling, en 1 voor een perfect niet-gelijke verdeling.
Op de abscis vinden we dus het cumulatief percentage van de bevolkingsomvang terug, op de ordinaat staat het cumulatief percentage van de inkomens.
