Eduard Fortunatus (Londen, 1565 - Kastelaun, 1600) was een zoon van markgraaf Christoffel II van Baden-Rodemachern en Cecilia van Zweden. Eduard werd als kind beschouwd door koning Elisabeth I van Engeland, die ook zijn doopmeter was. Toen hij markgraaf van Baden-Baden werd, in opvolging van zijn neef Filips II bewzeek het markgraafschap reeds onder de schulden, maar de levensstijl van Eduard verergerde de toestand nog zodanig dat overwogen werd om het markgraafschap te verpachten aan de Fuggers of gewoonweg te verkopen. In 1594 poogde Eduard Fortunatus om door valsemunterij en alchemie zijn schuldenlast te verlichten. Door de penibele financiële situatie zag Ernst Frederik de kans schoon om het markgraafschap Baden-Baden in 1596 te bezetten en moest Eduard vluchten. Een poging van Eduard Fortunatus om Ernst Frederik te laten vergiftigen mislukte. Eduard trad nog in de Nederlanden en in Polen in krijgsdienst .
Eduard Fortunatus huwde in 1591 in Brussel met Maria van Eicken (-1636), dochter van Joost van Eicken, gouverneur van Breda, en werd vader van:
