Dirk van Hogendorp (1761-1822)
Diderik (Dirk) graaf van Hogendorp (Heenvliet 3 oktober 1761 – Rio de Janeiro 29 oktober 1822), broer van Gijsbert Karel van Hogendorp, was een Nederlands militair en staatsman.
[bewerk] Leven
Hij trad in Beierse dienst en woonde de Beierse Successieoorlog in 1778 bij. In 1783 ging hij als kapitein naar Nederlands-Indië en hij onderscheidde zich bij de tocht naar Riouw. Te Batavia teruggekeerd, trad hij in burgerlijke dienst en vervulde verschillende betrekkingen, totdat hij in 1798 als gezaghebber van Java's oosthoek werd geschorst, omdat hij zich openlijk en bij herhaling ongunstig had uitgelaten over de misstanden, die in de Indische administratie plaats hadden. Na op een ruwe wijze van Soerabaja naar Batavia onder geleide van soldaten vervoerd te zijn, vertrok hij heimelijk met een Deens schip naar Nederland, waar hij in 1799 behouden aankwam.
De toenmalige regering benoemde hem in november 1802 tot lid der Staatscommissie, die bijeengeroepen werd om van advies te dienen over de wijze waarop de Nederlandse Oost-Indische bezittingen bezittingen voortaan moesten worden bestuurd. In het laatst van dit jaar werd hij benoemd tot gewoon gezant aan het hof van Sint-Petersburg. In 1805 keerde hij naar Nederland terug; een jaar later benoemde koning Lodewijk Napoleon hem tot staatsraad, in 1807 tot minister van Oorlog en in januari 1808 ging hij als buitengewoon gezant naar Wenen. Bij het uitbreken van de oorlog van 1809 keerde hij naar Nederland terug, waarop de koning hem tot gezant te Berlijn benoemde en later te Madrid. Door keizer Napoleon na de inlijving teruggeroepen, werd hij tot divisie-generaal en aide-de-camp benoemd en tot graaf van het Keizerrijk verheven. Hij diende Napoleon tot aan diens val bij Waterloo en gedurende de Honderd Dagen, waarna hij tot 1817 in Frankrijk verbleef. Hij vestigde zich toen in Brazilië, waar hij zich met landbouw en nijverheid bezig hield. Daar overleed hij op 29 oktober 1822.
[bewerk] Werk
Behalve verschillende berichten, stukken, ontwerpen en antwoorden betreffende de Oost-Indische zaken vervaardigde hij een toneelstuk getiteld: Kraspoekol of de slavernij, een tafereel der zeden van Nederlandsch-Indië (Delft 1800). Reeds in 1796 schreef hij over dit onderwerp een stuk getiteld: Proeve over den slavenhandel en de slavernij in Nederlandsch-Indië, te vinden in zijn Stukken rakende den tegenwoordigen toestand der Bataafsche bezittingen in Oost-Indië en den handel op dezelve. Door de zorgen van zijn kleinzoon D.C.A. graaf van Hogendorp verscheen: Mémoires du Général Dirk van Hogendorp (Den Haag, 1887).
Voorganger: H.D. Bonhomme |
Minister van Oorlog 1806-1807 |
Opvolger: J.W. Janssens |
Bronnen: |
Dit artikel is geheel of gedeeltelijk gebaseerd op een artikel uit het Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde van F. Jos. van den Branden en J.G. Frederiks uit 1888-1891, dat vanwege zijn ouderdom vrij is van auteursrechten. |