Box III (inkomstenbelasting)
Box III is een onderdeel van het Nederlandse Inkomstenbelasting, Wet inkomstenbelasting 2001. Dit zijn de inkomsten uit Sparen en Beleggen. Het gaat dan om vermogen dat niet in een van de eerdere categorieën van inkomen valt. Niet in box 3 valt:
- ondernemingsvermogen, - de eigen woning - vermogen dat onder de terbeschikkingstellingsregeling valt, - aandelen die tot een aanmerkelijk belang behoren.
Box III vervangt de vroegere vermogensbelasting en het oude regime van de inkomsten uit vermogen.
Onder andere een tweede huis, de auto, bank-, spaar- en effectenrekeningen, kostbaarheden, aandelen en obligaties kunnen hieronder vallen. De bestanddelen worden gewaardeerd per 1 januari en 31 december, van deze waarden wordt het gemiddelde vermogen genomen en er wordt een vrijstelling toegepast. Op het restant laat men het tarief los.
- Volgens artikel 5.2 Inkomstenbelasting 2001, is het fictieve voordeel uit sparen en beleggen gesteld op 4% van de waarde van de vermogensbestanddelen;
- Volgens artikel 2.13 Inkomstenbelasting 2001, is het tarief hierover gesteld op 30%.
Effectief betaalt men dus 30% x 4% = 1,2% van de waarde van de vermogensbestanddelen.
Op deze heffing is veel kritiek mogelijk. Met name kan worden betwijfeld of het wel in overeenstemming is met het draagkrachtbeginsel om niet de werkelijke waarde te belasten maar een inkomen dat geschat wordt aan de hand van de waarde.
