Boterham
Een boterham is één plak gesneden brood. De oorsprong van de benaming is niet geheel zeker volgens sommige bronnen en volgens sommige andere bronnen onbekend [1].
Het woord komt waarschijnlijk voort uit een spelling van vroeger. Vroeger was de spelling boteram of boterram. Een rammel (of remmel) is een ouderwetse benaming voor een snee brood. In Vlaanderen noemen ze geroosterde broodjes 'rammekes'. Mogelijk ligt daar de verklaring voor de derde lettergreep van het woord. [2]
Deze wordt meestal besmeerd met boter en daarna voorzien van broodbeleg; dit kan zowel iets zoets zijn als iets hartigs. Margarine of halvarine vervangt soms de boter.
Inhoud |
[bewerk] Uitdrukkingen
Een boterham zonder beleg wordt een boterham met tevredenheid genoemd. Het tegenovergestelde is een boterham met veel beleg, de aangeklede boterham. Een boterham belegd met speculaasjes, wordt ook wel een klein taartje genoemd.
De boterham staat soms symbool voor de inkomsten. De term een aardige boterham, wil zeggen dat iemand goed verdient. In de politiek is ook sprake van de boterham met tevredenheid, als het gaat om soberheid in overheidsfinanciën. Dit begrip werd geïntroduceerd door de toenmalige minister president Wim Kok.
Met een afgelikte boterham wordt een vrouw bedoeld die veel seksuele contacten heeft gehad en daarom niet geschikt zou zijn om mee te trouwen.
[bewerk] Bammetje
Het kinderwoord voor boterham is bammetje. In 2005 werd dit woord door een koekfabrikant geleend voor een afzonderlijk verpakte plak koek.
[bewerk] Bronnen
- ↑ [1] Advies van Genootschap Onze Taal
- ↑ [2]
