Baret
Een baret is een ceremonieel hoofddeksel gemaakt van een bepaalde stof.
- Baretten worden vaak gedragen door militairen. Zo bestaat de befaamde groene baret binnen de Nederlandse krijgsmacht.
- De baret, of baskenmuts, is het nationale hoofddeksel van Frankrijk.
- Een kleine baret wordt alpinopet of kortweg alpino genoemd.
- De baret (Vlaams), biretta (Italiaans en Latijn) of bonnet (Nederlands) is ook het hoofddeksel van een katholieke geestelijke. De baret van de priester, diaken en subdiaken is zwart, die van de bisschoppen paars, die van de kardinalen rood. De paus draagt geen bonnet. De katholieke baret (bonnet) ontstond als onderscheidingsteken vrij laat. Naar alle waarschijnlijkheid gaat zij terug op het hoofddeksel dat afgestudeerde theologen ontvingen tezamen met hun titel. In de Middeleeuwen studeerden voornamelijk geestelijken theologie en zo werd de biretta (baret, bonnet) tot een symbool van het priesterschap in het Westen. In zowel de Oosters-orthodoxe als de Oosters-Katholieke Kerken komt de kerkelijke baret niet voor. Sinds de hervorming van de liturgie onder invloed van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) is de kerkelijke baret veelal in onbruik geraakt. Voorheen gebruikte de priester in de oude ritus frequent de kerkelijke baret. Tegenwoordig is het gebruik vaak beperkt tot bijvoorbeeld begrafenissen. Bij plechtigheden te Rome dragen echter ook nu nog kardinalen vaak een rode baret (bonnet).
- Onder het Oostenrijkse bestuur werd aan de baronnen in het tegenwoordige België, naast toekenning van de adelsbrieven, meestal een soort van rangkroon toegewezen, die men het beste een baronnenbaret zou kunnen noemen, namelijk een gouden ring, waaruit een rood-fluwelen muts oprees, omgeven door halve cirkels van goud met edelstenen in de tussenruimte en bezet met parels. Er kon tussen deze baretten onderling nog allerlei verschillen bestaan. Soms worden wapens in België afgebeeld met zo'n baronnenbaret.