Ashanti (volk)
De Ashanti (of Asante) zijn een grote etnische groep uit Afrika die een dialect van het Akan spreken.
Voor de Europese kolonisatie was de 'Ashanti Confederatie' een belangrijke staat in West-Afrika, vooral van 1570 tot 1900. De rijkdom van de Ashanti was gebaseerd op de aanzienlijke goudvoorraden in de regio. De Ashanti waren vaardige goudsmeden. De Ashanti waren een machtige matriarchale stam.
Onder achtereenvolgende paramount opperhoofden ("Asantehenes") nam het koninkrijk deel aan de Afrikaanse slavenhandel. De Ashanti namen mensen uit omringende gebieden gevangen en verkochten hen aan Europese slavenhandelaren. In 1827 verbood de Ashanti confederatie de slavenhandel. De handel stopte in de eerste helft van de 19de eeuw.
Ashanti was een van de weinige Afrikaanse staten die serieuze weerstand kon bieden aan de Europese imperialisten. Tussen 1826 en 1896 voerde Groot-Brittannië vier oorlogen tegen de Ashanti koningen (de Anglo-Ashanti Oorlogen). Een daarvan was het eerste conflict waarin de Maxim gun, het eerste zelfladende machinegeweer gebruikt werd. In 1900 onderwierpen de Britten uiteindelijk het koninkrijk en noemden het de Goudkust. Een gerespecteerde figuur in de Ashanti geschiedenis is Yaa Asantewaa, een leider van het verzet tegen het Britse kolonialisme in 1896.
Een belangrijk Ashanti artifact was een gouden stoel. De Ashanti gouden stoel was heilig, zodat niemand er op kon zitten, hem aanraken of zelfs naderen. In 1900 probeerde de Britse Goudkust's gouverneur Frederick Hodgson de Gouden Stoel in beslag te nemen, wat leidde tot een opstand door de Ashanti die maanden voortduurde.
Het territorium van het Koninkrijk van Ashanti maakt nu deel uit van Ghana. De overgeërfde Ashanti kroon wordt nog steeds geëerd door de Ashanti mensen naast de autoriteit van de staat.
Inhoud |
[bewerk] Kwasi Boachi
In 1837 schonk de Asantahene twee prinsjes, zijn zoon en zijn neef, aan Koning Willem I als onderpand voor illegale slavenhandel door de Nederlandse regering. Zij vertrokken via fort Elmina, een van de centra van de slavenhandel van de West-Indische Compagnie en daarna tot in 1850 wervingsplaats voor soldaten voor de KNIL, de Belanda Hitam (= Zwarte Nederlanders) in toenmalig Nederlands-Indië. Naast veel tegenslagen raakten zij onder andere bevriend met Prinses Sophie van Oranje-Nassau. Hun aangrijpende levensloop is door Arthur Japin beschreven in zijn roman De zwarte het witte hart (1997). Deze heeft inmiddels 27 drukken beleefd en is vertaald in het Engels, Frans, Duits, Spaans, Portugees, Italiaans, Grieks, Turks, Hongaars, Noors en Deens. De roman is ook een inspiratiebron voor dans- en theatervoorstellingen.
[bewerk] Literatuur
- Robert B. Edgerton, 1995, The Fall of the Asante Empire. The Hundred-Year War for Africa's Gold Coast. New York, ISBN 0-02-908926-3
- A. Japin, 1997, De zwarte met het witte hart, ISBN 90-295-2337-9
- W. Kroese, De oorsprong van de wasdruktextiel op de kust van West-Afrika
- N. Kyeremateng, K. Nkansa, 1996, The Akans of Ghana: their history & culture, Accra, Sebewie Publishers
- Ernest E. Obeng, 1986, Ancient Ashanti Chieftaincy, Ghana Publishing Corporation, ISBN 9964103298
- A. Quarcoo, The Language of Adinkra Symbols
- D. Warren, The Akan of Ghana
- Kessel, I. van, met voorwoord van A. Japin, 2005, Zwarte Hollanders; Afrikaanse soldaten in Nederlands-Indië, ISBN 9068324985