Vratislav II (rond 1035- 1092), uit het geslacht der Přemysliden, was een zoon van hertog Břetsilav I van Bohemen en Judith van Schweinfurt, uit het Oostenrijkse geslacht Babenberg. Na het overlijden van zijn vader, krijgt hij Moravië-Olmütz toebedeeld, maar moet naar Honagrije vluchten door de problemen met zijn oudere broer Sputhiněv. Met behulp van Hongarije, slaagt hij er in Moravië-Olmütz te heroveren. Hij verzoent zich met zijn broer en volgt deze op in 1061. In 1076 werd hij ook markgraaf van Meißen, nadat Hendrik IV Meißen van Egbert II afgenomen had, omdat die tegen hem partij gekozen had. In 1086 mag hij de koningstitel voeren . Hij was gehuwd met Adelheid van Hongarije, dochter van koning Andreas I van Hongarije, en met Swatawa van Polen, dochter van hertog Casimir I van Polen. Uit zijn eerste huwelijk heeft hij volgende kinderen:
en uit zijn tweede huwelijk:
