Vliegtuigongeval Moerdijk
Het vliegtuigongeval Moerdijk vond plaats op 6 oktober 1981 om ±17:15u nabij de chemische fabriek van Shell te Moerdijk, op een talud van de spoorlijn van het industrie terrein op de hoek van de oostelijke- zuidelijke- randweg in de gemeente Moerdijk.
Bij het ongeval was een Fokker F28 van de maatschappij NLM betrokken. Alle 17 inzittenden (13 passagiers en 4 bemanningsleden) kwamen hierbij om het leven, evenals één brandweerman die een hartaanval kreeg toen hij het vliegtuig zag verongelukken. Onder de slachtoffers waren negen Duitsers, één Amerikaan en twee Britten.
Het toestel was onderweg van Rotterdam naar Hamburg, met een tussenstop op het vliegveld van Eindhoven.
De gezagvoerder van het toestel heeft tot drie maal toe de koers van het toestel verlegd om om een onweersbui heen te vliegen. Hierover was contact geweest hierover met Dutch Mil, de militaire luchtverkeersleiding in Nieuw-Milligen. Eurocontrol in het Limburgse Beek zag het toestel (met twee blips op het radarscherm) van de radar verdwijnen.
[bewerk] Oorzaak
Het toestel stortte neer als gevolg van zogenaamde "microbursts" die ontstaan bij onweer. Hierdoor kwam er in korte tijd een grote G-belasting op één van de vleugels, die als gevolg van het overschrijden van de gestelde limieten (de zogenaamde "ultimate load" voor de vleugel) afbrak.
Een direct treffen van het toestel door de bliksem hoeft niet het einde van het vliegtuig te betekenen. Het is als het ware een kooi van Faraday, waardoor passagiers goed beschermd zijn tegen een blikseminslag. Er kan echter wel schade ontstaan aan de apparatuur.
Categorieën: Vliegramp | 1981 | Moerdijk
