Speerwerpen

Speerwerpen
Wereldrecords
mannen	98,48 m	Jan Železný
vrouwen	71,70 m	Christina Obergföll
Nederlandse records
mannen	80,51 m	Johan van Lieshout
vrouwen	56,31 m	Kitty van Haperen
Belgische records
mannen	83,65 m	Johan Kloeck
vrouwen	55,18 m	Cindy Stas

Speerwerpen is een onderdeel in de atletiek waarbij men een speer zo ver mogelijk moet werpen.

In de 18e eeuw werd de huidige moderne speerwerperssport ontwikkeld door de Scandinaviërs. Deze discipline werd voor het eerst in officiële kampioenschappen opgenomen in 1906 in Engeland. Het werd een officiële olympische discipline voor mannen in 1908 in Londen en in 1932 in Los Angeles voor vrouwen.

Inhoud

1 Regels
2 Materiaal
3 Records
- 3.1 Top tien beste werpers aller tijden
4 Speerwerpen op de Olympische Spelen
- 4.1 Medailles mannencompetitie

[bewerk] Regels

De speer wordt over het algmeen geworpen na een aanloop (van maximaal 36,5 meter). Daarbij gelden de volgende regels:

De atleet mag niet over de grenslijn van het aanloopvlak komen.
De speer dient met de punt als eerst de grond te raken. De speer hoeft echter niet in de grond te blijven steken.
De speer moet binnen de sectorlijnen landen. Dit zijn lijnen die hun oorsprong hebben in het zogenaamde 'achtmeterpunt', acht meter voor het einde van de aanloopbaan. Vanaf daar maken ze een hoek van 28 graden met elkaar.
Tijdens een wedstrijd mag iedere atleet over het algemeen drie keer werpen, waarna de beste atleten nog drie worpen mogen maken.

[bewerk] Materiaal

De speer zelf is uit metaal of carbon gemaakt. Rond het zwaartepunt is een handvat van koord aangebracht. Een herenspeer is 2,6 tot 2,7 meter lang en weegt 800 gram. Een damesspeer weegt 600 gram en is 2,2 tot 2,3 meter lang.

Toen men in 1984 afstanden wierp van meer dan 100 meter, besloot de IAAF uit veiligheidsoverwegingen om het zwaartepunt van de speer te verleggen, waardoor de geworpen afstanden met 15 tot 20 meter verminderden. Ondertussen gooit men de speer echter regelmatig weer meer dan 90 meter ver.

[bewerk] Records

Het wereldrecord voor mannen werd op 25 mei 1996 gegooid door Jan Železný. Hij gooide een afstand van 98,48 meter in Jena (Duitsland). Het wereldrecord voor de vrouwen werd op 14 augustus 2005 gegooid door Osleidys Menéndez. Ze gooide een afstand van 71,70 meter in Helsinki (Finland).

[bewerk] Top tien beste werpers aller tijden

uitgaande van het model dat vanaf 1986 geldt
laatste update 2 juni 2006

Positie	Afstand	Atleet	Land	Geboren	Plaats	Datum
1.	98.48	Jan Železný	CZE	16 juni 1966	Jena	25 mei 1996
2.	93.09	Aki Parviainen	FIN	26 oktober 1974	Kuortane	26 juni 1999
3.	92.61	Sergey Makarov	RUS	19 maart 1973	Sheffield	30 juni 2002
4.	92.60	Raymond Hecht	DUI	11 november 1968	Oslo	21 juli 1995
5.	91.69	Konstadinós Gatsioúdis	GRI	17 december 1973	Kuortane	24 juni 2000
6.	91.59	Andreas Thorkildsen	NOR	1 april 1982	Oslo	2 juni 2006
7.	91.53	Tero Pitkämäki	FIN	19 december 1982	Kuortane	26 juni 2005
8.	91.46	Steve Backley	GBR	12 februari 1969	Auckland	25 januari 1992
9.	90.60	Seppo Räty	FIN	27 april 1962	Nurmijärvi	20 juli 1992
10.	90.44	Boris Henry	DUI	14 december 1973	Linz	9 juli 1997

[bewerk] Speerwerpen op de Olympische Spelen

Speerwerpen staat al sinds 1908 op de kalender van de Olympische Zomerspelen. Op die spelen van Londen werd er nog een onderscheid gemaakt tussen de middengroep en de vrije stijl. In 1912, Stockholm was er een algemene competitie en daarnaast een gecombineerde wedstrijd waar zowel links als rechtshandig moest worden geworpen. Vanaf de Spelen van 1920 in Antwerpen werd dit echter afgeschaft. In 1932 werd er ook voor het eerst een Olympische competitie voor vrouwen georganiseerd.

[bewerk] Medailles mannencompetitie

1908-1936	1948-1972	1976-2004
1908 Londen: Middengroep: 1. E. Lemming (Zwe) 2. A. Halse (Noo) 3. O. Nilsson (Zwe) Vrije stijl: 1. E. Lemming (Zwe) 2. M. Dorizas (Gri) 3. A. Halse (Noo) 1912 Stockholm: Vrije stijl: 1. E. Lemming (Zwe) 2. J. Saaristo (Fin) 3. M. Kovacs (Hon) Rechts en links: 1. J. Saaristo (Fin) 2. V. Sükaniemi (Fin) 3. U. Peltonen (Fin) 1920 Antwerpen: 1. J. Myyrä (Fin) 2. U. Peltonen (Fin) 3. P. Jaale-Johansson (Fin) 1924 Parijs: 1. J. Myrrä (Fin) 2. G. Lindström (Zwe) 3. E. Oberst (VS) 1928 Amsterdam: 1. E. Lundqvist (Zwe) 2. B. Szepes (Hon) 3. O. Sunde (Noo) 1932 Los Angeles: 1. M. Jarvinen (Fin) 2. M. Sippala (Fin) 3. E. Penttila (Fin) 1936 Berlijn: 1. G. Stöck (Dui) 2. Y. Nikkanen (Fin) 3. K. Toivonen (Fin)	1948 Londen: 1. T. Rautavaara (Fin) 2. S. Seymour (VS) 3. J. Varszegi (Hon) 1952 Helsinki: 1. C. Young (VS) 2. W. Miller (VS) 3. T. Hyytiäinen (Fin) 1956 Melbourne: 1. E. Danielsen (Noo) 2. J. Sidlo (Pol) 3. V. Tsybulenko (USSR) 1960 Rome: 1. V. Tsybulenko (USSR) 2. W. Krüger (DDR) 3. G. Kulcsar (Hon) 1964 Tokio: 1. P. Nevala (Fin) 2. G. Kulcsar (Hon) 3. Y. Lusis (USSR) 1968 Mexico: 1. Y. Lusis (USSR) 2. J. Kinnunen (Fin) 3. G. Kulcsar (Hon) 1972 Munchen 1. K. Wolferman (BRD) 2. Y. Lusis (USSR) 3. W. Schmidt (VS)	1976 Montreal: 1. M. Nemeth (Hon) 2. H. Siitonen (Fin) 3. G. Megelea (Roe) 1980 Moskou: 1. D. Kula (USSR) 2. A. Makarov (USSR) 3. W. Hanisch (DDR) 1984 Los Angeles: 1. A. Harkonen (Fin) 2. D. Ottley (GBr) 3. K. Eldebrink (Zwe) 1988 Seoel: 1. T. Korjus (Fin) 2. J. Zelezny (Tsj) 3. S. Raty 1992 Barcelona: 1. J. Zelezny (Tsj) 2. S. Raty (Fin) 3. S. Backley (GBr) 1996 Atlanta: 1. J. Zelezny (Tsj) 2. S. Backley (GBr) 3. S. Raty (Fin) 2000 Sydney: 1. J. Zelezny (Tsj) 2. S. Backley (GBr) 3. S. Makarov (Rus) 2004 Athene: 1. A. Thorkildsen (Noo) 2. V. Vasilevskis (Let) 3. S. Makarov (Rus)

1908-1936

1948-1972

1976-2004

1908 Londen:

Middengroep:

1. E. Lemming (Zwe)

2. A. Halse (Noo)

3. O. Nilsson (Zwe)

Vrije stijl:

1. E. Lemming (Zwe)

2. M. Dorizas (Gri)

3. A. Halse (Noo)

1912 Stockholm:

Vrije stijl:

1. E. Lemming (Zwe)

2. J. Saaristo (Fin)

3. M. Kovacs (Hon)

Rechts en links:

1. J. Saaristo (Fin)

2. V. Sükaniemi (Fin)

3. U. Peltonen (Fin)

1920 Antwerpen:

1. J. Myyrä (Fin)

2. U. Peltonen (Fin)

3. P. Jaale-Johansson (Fin)

1924 Parijs:

1. J. Myrrä (Fin)

2. G. Lindström (Zwe)

3. E. Oberst (VS)

1928 Amsterdam:

1. E. Lundqvist (Zwe)

2. B. Szepes (Hon)

3. O. Sunde (Noo)

1932 Los Angeles:

1. M. Jarvinen (Fin)

2. M. Sippala (Fin)

3. E. Penttila (Fin)

1936 Berlijn:

1. G. Stöck (Dui)

2. Y. Nikkanen (Fin)

3. K. Toivonen (Fin)

1948 Londen:

1. T. Rautavaara (Fin)

2. S. Seymour (VS)

3. J. Varszegi (Hon)

1952 Helsinki:

1. C. Young (VS)

2. W. Miller (VS)

3. T. Hyytiäinen (Fin)

1956 Melbourne:

1. E. Danielsen (Noo)

2. J. Sidlo (Pol)

3. V. Tsybulenko (USSR)

1960 Rome:

1. V. Tsybulenko (USSR)

2. W. Krüger (DDR)

3. G. Kulcsar (Hon)

1964 Tokio:

1. P. Nevala (Fin)

2. G. Kulcsar (Hon)

3. Y. Lusis (USSR)

1968 Mexico:

1. Y. Lusis (USSR)

2. J. Kinnunen (Fin)

3. G. Kulcsar (Hon)

1972 Munchen

1. K. Wolferman (BRD)

2. Y. Lusis (USSR)

3. W. Schmidt (VS)

1976 Montreal:

1. M. Nemeth (Hon)

2. H. Siitonen (Fin)

3. G. Megelea (Roe)

1980 Moskou:

1. D. Kula (USSR)

2. A. Makarov (USSR)

3. W. Hanisch (DDR)

1984 Los Angeles:

1. A. Harkonen (Fin)

2. D. Ottley (GBr)

3. K. Eldebrink (Zwe)

1988 Seoel:

1. T. Korjus (Fin)

2. J. Zelezny (Tsj)

3. S. Raty

1992 Barcelona:

1. J. Zelezny (Tsj)

2. S. Raty (Fin)

3. S. Backley (GBr)

1996 Atlanta:

1. J. Zelezny (Tsj)

2. S. Backley (GBr)

3. S. Raty (Fin)

2000 Sydney:

1. J. Zelezny (Tsj)

2. S. Backley (GBr)

3. S. Makarov (Rus)

2004 Athene:

1. A. Thorkildsen (Noo)

2. V. Vasilevskis (Let)

3. S. Makarov (Rus)

Onderdelen van atletiek

Zie ook:
Portaal Sport · Categorie:Sport · Sport van A tot Z · In het nieuws - Sport · Sport · Atletiek

Categorie: Atletiek

Speerwerpen

Inhoud

[bewerk] Regels

[bewerk] Materiaal

[bewerk] Records

[bewerk] Top tien beste werpers aller tijden

[bewerk] Speerwerpen op de Olympische Spelen

[bewerk] Medailles mannencompetitie

Views

Navigatie

Informatie

Zoeken

in andere talen