Schikking
Een schikking is een afspraak tussen twee partijen om af te zien van een rechtszaak. Een schikking is vaak goedkoper en duurt ook minder lang. Bijkomend voordeel is dat het rechtssysteem wordt ontlast.
Een schikking wordt, vooral in Belgiƫ, ook wel dading genoemd, maar heeft daar een ruimere betekenis.
Schikkingen komen ook voor in het strafrecht. Dan de ene partij de openbare aanklager, de andere partij is degene die een overtreding begaan heeft. Dit wordt vaak toegepast bij verkeersovertredingen, maar ook bij, bijvoorbeeld, overtreding van milieuregels. Door de schikking te aanvaarden, kan de aangeklaagde strafvervolging voorkomen. Deze vorm van schikking wordt ook transactie genoemd.
[bewerk] Nederland
In Nederland bestaat volgens artikel 74 van het wetboek van strafrecht (Sr) de mogelijkheid van een transactie om vervolging te voorkomen (dit is een soort van schikking) tussen de officier van justitie en de verdachte ingevoerd in 1921. Oorspronkelijk kwamen daarvoor alleen overtredingen in aanmerking. Vanaf 1984 werd de toepasbaarheid van de schikking uitgebreid tot bepaalde misdrijven.
In Nederland wordt waarschijnlijk per 1 maart 2007 de strafbeschikking (wet OM-afdoening, staatsblad 2006, 330) ingevoerd, die op den duur de strafrechtelijke schikking moet vervangen.
Als de aangeklaagde het aanbod van een transactie niet aanvaart, kan de Officier van Justitie de zaak als nog voor de rechter brengen.
Een transactie aanbieden is overigens iets anders dan seponeren. Ook een voorwaardelijk sepot is mogelijk. Als een zaak wordt geseponeerd, ziet bijvoorbeeld het OM af van vervolging omdat er te weinig bewijs aanwezig is of omdat zij het te druk heeft.