Scherpe boterbloem
Scherpe boterbloem | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Scherpe boterbloem (Ranunculus acris) |
||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Ranunculus acris |
De scherpe boterbloem (Ranunculus acris) is een overblijvende, in België en Nederland algemene plant in weilanden en langs de weg. De plant kan maximaal één meter hoog worden. Er zijn uitlopers die bewortelen.
[bewerk] Beschrijving
De bloem van de scherpe boterbloem is glanzend goudgeel, in doorsnede 1,5 tot 2,5 cm en heeft vijf kroonbladen. Er liggen behaarde kelkblaadjes tegen de kroon aan en er zijn veel meeldraden. De behaarde bloemsteel is rond en niet gegroefd.
De plant bloeit van april tot in de herfst.
Het blad is min of meer behaard. De onderste bladeren hebben een lange bladsteel en zijn handvormig en diep ingesneden. De onderste bladeren zijn 5 tot 7 delig of 5 tot 7 spletig gedeeld. De bovenste bladeren zijn zittend en geheel in lijnvormige slippen gedeeld.
De scherpe boterbloem draagt dopvruchten met een kort, krom snaveltje.
[bewerk] Verspreiding
In Nederland en België, evenals in grote delen van Europa, met uitzondering van het Middellandse-Zeegebied, is de plant algemeen. In Zuid-Europa en Noord-Afrika komt ze echter wel voor. Haar noordgrens ligt in Groenland en Scandinavië. Vanuit Europa loopt haar verspreidingsgebied in Azië door in Siberië. Ze is ingevoerd in Noord-Amerika, in Zuid-Afrika, het oosten van Afrika en in Nieuw-Zeeland.