Ruige klaproos
| Ruige klaproos | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 |
||||||||||||
| Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
| Soort | ||||||||||||
| Papaver argemone | ||||||||||||
 Ruige klaproos |
Ruige klaproos (Papaver argemone) is een eenjarige plant uit de familie van de klaprozen (Papaveraceae). De naam Argemone is afgeleid van "Argus" dat snel zien betekent.
Deze plant is 15 tot 45 cm hoog en bevat een wit melksap. De plant bloeit van mei tot juli en heeft meerdere bloemstengels met aan het eind van elke stengel een bloem. Op de bloemstengel staan afstaande of aangedrukte haren. De 2 tot 5 cm grote bloemen zijn donker scharlakenrood. De bloemknoppen hangen naar beneden en gaan bij het openen omhoog staan. De bloem wordt in de knop omgeven door twee kelkbladen. De bloemkroon bestaat uit 4 elkaar niet overlappen kroonbladen met aan de basis een al of niet zwarte vlek. De stempelschijf heeft 4 tot 6 stralen. De talrijke meeldraden zijn ..... van kleur en hebben van boven verbrede helmdraden, waarmee ze van de andere soorten te onderscheiden zijn.
De Ruige klaproos heeft een langwerpige zaaddoos, die met naar boven gekromde, knotsvormige, stijve haren is bezet. Deze zaaddoos heeft een deksel, waaronder uit de porierand de zaadjes worden verspreid als de stengel door de wind wordt bewogen. De zaadjes zijn niervormig.
De plant groeit in graan op zandgronden en in spoorwegbermen.
[bewerk] Buitenlandse namen
- Duits: Sand-Mohn
- Engels: Prickly poppy
- Frans: Pavot argémone
