Maroneia

Maroneia (Oud-Grieks: Μαρώνεια; Μαρωνείτης; nabij het huidige Maronia) was een rijke en machtige stad van de Cicones in Thracië nabij de Aegeïsche Zee, niet ver van het Ismarismeer (Herod., VII 109.). Het werd gezegd gesticht te zijn geweest door Maron, een zoon van Dionysus (Eurip., Cycle. V 100, 141.) of volgens andere een gezel van Osiris (Diod. Sic., I 20), maar Scymnus (675.) vertelt ons dat het werd gesticht door een kolonie van Chios in het vierde jaar van de negenvijftigste Olympiade (540 v. Chr.). Samen met andere Ciconische steden als Ismaros en Xantheia bestond het echter al in de 7e eeuw v. Chr. Plinius maior (IV 11 § 18.) vertelt ons dat de oudere naam van de stad Ortagurea was. De inwoners van Maroneia vereerden Dionysus - in een triade met Zeus en Maron - op een bijzondere manier, zoals we kunnen opmaken uit hun verfijnde locale munten die ze vanaf de 6e eeuw v. Chr. tot haar vereniging met Macedonië bleef slaan. Dit kwam waarschijnlijk door sterke wijn, zoals die door Maron aan Odysseus werd gegeven bij Homerus (Od. IX 196, seqq.) en die deze gebruikte om Polyphemus met dronken te voeren. Deze was over de gehele antieke werd bekend en werd beweerd de geur van Nectar te hebben (Nonnus, I 12, XVII 6, XIX 11.). Ze zou ook met twintigmaal haar eigen hoeveelheid in water kunnen gemengd worden (Hom., Od. IX 209). En volgens Plinius kwam men, bij een experiment door Mucianus, die Homerus' stelling in verband met deze aanlenging van de wijn betwijfeld, gedaan tot de conclusie dat het zelfs een nog grotere hoeveelheid water kon verdragen (Plin., XIV 4 § 6; comp. Victa Maroneo foedatus lumina Baccho, Tibull., IV 1. 57.).

In 200 v. Chr. werd Maroneia ingenomen door Philippus V van Macedonië en toen hij door de Romeinen verordoneerd werd de Thracische steden te ontruimen, koelde hij zijn woede door een groot deel van de inwoners van de stad af te slachten (Liv., XXXI 16, XXXIX 24; Polyb., XXII 6, 13, XXIII 11, 13.). De Romeinen gaven vervolgens Maroneia aan Attalus, maar de inwoners ontnamen deze al snel terug van zijn nieuwe stad door de stad vrij te verklaren (Polyb., XXX 3.). Maroneia werd later door Constantijn Porphyrogenitus (Them., II 2.) erkend onder de steden van Macedonië. Later Marogna genoemd werd het de zetel van de aartsbischop (Comp. Ptol., III 11 § 2; Scylax, p. 27; Strab., VII 331; Amm. Marc., XXII 8, XXVII 4; Hierocl., p. 643; Tzetz., ad Lycophr., p. 818; Theophil., ad Autol. XI, p. 86.).

Reinach vermeldde Byzantijnse en Venetiaanse overblijfselen en restanten van witte marmer. Een klein marmeren theater werd in de vroege 20e eeuw vernietigd.

[bewerk] Beroemde inwoners van Maroneia

• Sotades van Maroneia

[bewerk] Referenties

• A. L., art. Maroneia, in W. Smith (ed.), Dictionary of Greek and Roman Geography, Londen, 1854, p. 278.
• S. Reinach, in BCH 5 (1881), pp. 87-.
• S. Reinach, in BCH 8 (1884), pp. 50-51.
• C. Avezou - C. Picard, in BCH 37 (1913), pp. 141-.
• S. Casson, Macedonia, Thrace and Illyria: their relations to Greece from the earliest times down to the time of Philip son of Amyntas, Groningen, 1926.
• M.H. Mc Allister, art. MARONEIA Thrace, Greece, in R. Stillwell - e.a. (edd.), The Princeton Encyclopedia of Classical Sites, Princeton, 1976.

[bewerk] Externe link

• Ancient Coinage of Thrace, Maroneia, JanuS NumismaticS (2002-2006) (WildWinds.com). (prachtige afbeelding van een zilveren munt met een paard aan de ene kant en een wijnrank aan de andere.)