Lavendelhei
| Lavendelhei | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 |
||||||||||||
| Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
| Soort | ||||||||||||
| Andromeda polifolia | ||||||||||||
 |
Lavendelhei (Andromeda polifolia) is een dwergstruik, die behoort tot de heifamilie en op de Nederlandse Rode Lijst van planten als vrij zeldzaam en matig afgenomen. Ook staat de plant op de Belgische Rode Lijst van planten. De plant komt van nature voor op de noordelijke helft van het Noordelijk halfrond. De plant wordt ook in heidetuinen gebruikt. Er bestaan verschillende cultivars, zoals 'Alba', 'Blue Ice', 'Compacta', 'Hayachine', 'Nana' en 'Nikko'.
De plant wordt 10 tot 50 cm hoog en heeft wortelstokken. De 1 tot 5 cm lange en 2 tot 8 mm brede bladeren zijn lancet- tot lijnvormig en hebben een sterk naar beneden omgerolde rand. De bladeren zijn van onderen iets blauwgroen of wit berijpt.
Lavendelhei bloeit van april tot juni, soms tot de herfst, met lichtroze, 5 tot 8 mm grote, knikkende bloemen. De roze bloemsteel is 2 tot 4 keer zo lang als de bloem. Ook de kelk is roze gekleurd. De bloeiwijze is een armbloemige, schermvormige tros. De helmknoppen hebben aan de top twee hoorntjes.
De vrucht is een kleine doosvrucht met veel zaden.
De plant komt in levend hoogveen tussen het veenmos en in heivennen voor.
[bewerk] Variëteiten
Sommige botanici onderscheiden twee variëteiten:
- Andromeda polifolia var. polifolia. In Noord-Europa en Azië en in het noordwesten van Noord-Amerika.
- Andromeda polifolia var. glaucophylla syn. A. glaucophylla. In het noordoosten van Noord-Amerika.
[bewerk] Buitenlandse namen
- Duits: Rosmarinheide
- Engels: Bog-rosemary
- Frans: Andromède
 |
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Andromeda polifolia op Wikimedia Commons. |
