Kruidvlier
| Kruidvlier | |||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 |
|||||||||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
| soort | |||||||||||||||||||
| Sambucus ebulus L. (1753) |
|||||||||||||||||||
 |
De kruidvlier (Sambucus ebulus) is een overblijvende plant die behoort tot de Muskuskruidfamilie. De plant komt van nature voor in Eurazië en wordt in de siertuin gebruikt. In Nederland staat ze op de Nederlandse Rode lijst van planten als zeer zeldzaam en sterk afgenomen.
De bladeren, vruchten en zaden bevatten de glucosiden sambunigrine en prunasine en zijn daarom giftig. In tegenstelling tot die van de gewone vlier zijn de bessen niet eetbaar!
De plant wordt 60 tot 150 cm hoog en heeft een onaangename geur. De plant vormt een kruipende wortelstok (rhizoom) en heeft een gegroefde, kruidachtige stengel. De onevengeveerde bladeren hebben 7 tot 11 blaadjes en bladachtige, eironde, gezaagde steunblaadjes.
De kruidvlier bloeit in juli en augustus met roodachtig witte, naar bittere amandelen geurende bloemen. De bloeiwijze is een vlakke tuil. De helmknoppen zijn rood en verkleuren bruinrood.
De vrucht is een zwarte steenvrucht met drie zaden. De zaden worden verspreid door vogels.
De plant komt voor op vochtige, kalkhoudende grond langs akker- en bosranden, op dijken en in bermen.
[bewerk] In andere talen
- Duits: Attich, Zwergholunder
- Engels: Danewort, Dwarf Elder
- Frans: Sureau hièble, Yèble
 |
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Sambucus ebulus op Wikimedia Commons. |
