Krielkip
Krielkip of kortweg kriel is de benaming voor de verkleind gefokte uitgave van een hoenderachtige en worden daarom ook wel dwerghoenders. Veel hoenderrassen zijn van oorsprong grote hoenders. Meestal is de krielvorm ongeveer een derde van de normale grootte. Het meest bekend is de term bij kippenrassen. Aangezien kippen in diverse formaten voorkomen varieert ook de grootte van de krielrassen. Krielen zijn vaak ontstaan door klein gebleven hoenders met elkaar te kruizen. Er zijn ook hoenderrassen die alleen in krielvorm bestaan.
In de Middeleeuwen, de tijd van de grote landheren en de pachtende boeren moesten de eieren van de hoenders aan de landheer worden afgedragen. Alleen eieren van krielen mochten de boeren houden.
Krielkippen hebben het voordeel dat ze kunnen gehouden worden op een kleinere oppervlakte; bovendien zijn de meeste mini-kippetjes bijzonder kindervriendelijk. Bovendien zijn ze door hun anatomische bouw ook geschikt om vrij in de tuin te laten rondlopen; met hun korte pootjes gaat scharrelen ze niet zo goed af. Daarnaast is het ook perfect mogelijk om deze beestjes te houden voor de eitjes. Deze zijn uiteraard wat kleiner, maar zijn dubbel zo lekker ! Uiteraard zijn deze diertjes bijzonder kwetsbaar, ze hebben meer natuurlijke vijanden dan de grote broertjes.
Er zijn ook enkele originele krielrassen, hiervan komt geen grote uitvoering voor. Voorbeelden hiervan zijn de Eikenburger kriel, de Hollandse kriel, de Sebright kriel, de Nederlandse sabelpootkriel, de Chabo en de Javakriel.