Klein springzaad
| Klein springzaad | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 |
||||||||||||
| Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
| Soort | ||||||||||||
| Impatiens parviflora |
Klein springzaad (Impatiens parviflora) is een kruidachtige, tot 1 meter hoge plant in de balsemienfamilie.
De 1 cm kleine bleekgele hermafrodiete (tweeslachtige) bloemen hebben een kort (0,5 cm) recht spoor en bloeien van juni tot oktober.
[bewerk] Ecologische aspecten
De plant groeit op enigszins vochtige en beschaduwde plaatsen in bossen, parken en in bermen langs wegen.
Phytoliriomyza melampyga mineert in het klein springzaad. De plant is voedselplant voor de rupsen van groot avondrood (Deilephila elpenor) en springzaadbandspanner (Xanthorhoe biriviata).
[bewerk] Verspreiding
De plant is afkomstig uit Centraal-Azië en komt nu voor in grote delen van Europa tot Siberië en in Noord-Amerika. In Engeland komt hij voor in het midden en zuiden van het land.
[bewerk] Gebruik
Jonge loten kunnen gekookt worden (let op: de bladeren bevatten waarschijnlijk calcium oxalaat). De zaden kunnen rauw of gekookt genuttigd worden. Het verzamelen van zaad is echter moeizaam, doordat het verspreidingsmechanisme van de plant gericht is op het wegschieten van rijpe zaden.
 |
 |
