Karel VI (Wenen, 1 oktober 1685 – aldaar, 20 oktober 1740) was keizer van het Heilige Roomse Rijk van 1711 tot 1740, en de tweede zoon van Leopold I met zijn derde vrouw Eleonore van Palts-Neuberg.
Hij was oorspronkelijk de erfgenaam van de Spaanse Habsburgers. Toen Karel II van Spanje Filips V tot zijn erfgenaam benoemde, begon een dispuut over de Spaanse troon dat leidde tot de Spaanse successieoorlog.
Nadat zijn oudere broer, keizer Jozef I, plots stierf werd hij gedwongen om terug te keren en de troon over te nemen. In 1711 werd hij gekroond in Frankfurt.
Ornament op het graf van Karel VI in de
Kapuzinergruft, een doodshoofd met de keizerskroon
Zijn kinderen waren Maria Theresia van Oostenrijk en Maria Anna van Oostenrijk. Hij had echter geen levende mannelijke erfgenamen. Hij stelde daarom de Pragmatieke Sanctie op, die verklaarde dat zijn rijk niet verdeeld kon worden, en die toeliet dat dochters ook de troon van hun vader konden erven.