Joan Röell
Joan Röell (Haarlem, 21 juli 1844 – Den Haag, 13 juli 1914) was een liberaal jurist en politicus uit een vooraanstaande familie van bestuurders.
Jhr. mr. Röell was als oud-griffier van de Staten van Holland hij goed ingevoerd in het binnenlands bestuur en de waterhuishouding. In 1877 voor het district Utrecht tot Tweede Kamerlid gekozen en in de Kamer breed geöriënteerd. Na zijn niet-verkiezing in 1886 werd hij Eerste Kamerlid. Trad daar verzoenend op in de schoolwetkwestie. Formeerde in 1894 het (gematigd liberaal) Kabinet-Röell, dat een verdubbeling van het aantal kiezers tot stand bracht. Hij werd daarin zelf minister van Buitenlandse Zaken. Keerde in 1901 terug in de Tweede Kamer. In 1909 niet herkozen, waardoor er ook een einde kwam aan zijn Kamervoorzitterschap. De laatste jaren van zijn leven was hij vicepresident van de Raad van State.
| Voorganger: J.C. Jansen |
Minister van Buitenlandse Zaken 1894-1897 |
Opvolger: W.H. de Beaufort |
| Voorganger: G. van Tienhoven |
Voorzitter van de Ministerraad 1894-1897 |
Opvolger: N. Pierson |
| Voorganger: Æ. baron Mackay jr. |
Voorzitter van de Tweede Kamer 1905-1909 |
Opvolger: W.K.F.P. graaf van Bylandt |
| Bron(nen): |
|
De informatie op deze pagina, of een eerdere versie daarvan, is geheel of gedeeltelijk afkomstig van www.parlement.com. Overname is toegestaan met bronvermelding. |
