Jerom
Jerom is een figuur uit de stripreeks Suske en Wiske. Hij werd in 1954 geïntroduceerd in het album De dolle musketiers. In 1962 werd de stripreeks Jerom als spin-off van Suske en Wiske op de markt gebracht, waarin Jerom de hoofdrol speelt.
Aanvankelijk was hij een onbeschaafde krachtpatser, maar in de loop der jaren evolueerde hij naar een nuchtere gentleman met een bijzonder ontwikkelde borstkas en spieren.
Er zijn twee versies over zijn verleden.
- In De nerveuze Nerviërs (1967) ontdekt professor Barabas dat Jerom zo sterk is wegens de moraal en de levenswijze van zijn voorouders.
- In De malle mergpijp (1973), waar we Jeroms moeder leren kennen, leren we dat hij een prehistorische mens is die door een sjamaan sterk werd gemaakt, waarna hij duizenden jaren ingevroren zat in het ijs tot de boosaardige hertog uit De dolle musketiers hem vond en hem als geheim wapen gebruikte. De slimme slapjanus (1993) sluit hierop aan.
Jerom is door zijn bijzondere vaardigheden vaak de man van de situatie. Zijn nuchterheid compenseert Lambiks drieste gedrag en zet hem vaak op zijn plaats. Vaak zijn ze hevige concurrenten (in de liefde zoals in Tedere Tronica (1968), in de journalistiek in De zwarte zwaan (1958)). Maar als ze elkaar vinden in een gemeenschappelijke afkeer over een maatschappelijke onrechtvaardigheid vormen ze een hecht duo: bijvoorbeeld dierenleed in De straatridder (1956), verkilling in De vlijtige vlinder (1977) en dictatuur in De Krimson-crisis (1988)).
Hij vervult af en toe een hoofdrol, zoals in De toffe tamboer (1981) en in De circusbaron (1954) is zijn ontvoering de aanzet tot een verhaal.
In de oudere Nederlandse uitgaven van Suske en Wiske, wordt de naam Jerom nog vervangen door de naam Jeroen.
