In de Warande
In de Warande is een Vlaamse denkgroep opgericht door voormalig VEV-bestuurder René De Feyter, bestaande uit prominenten uit de economische, academische en journalistieke wereld. De groep wordt voorgezeten door Remi Vermeiren, ex-topman van de KBC-bank. Ze buigt zich over diverse aspecten van de communautaire relaties binnen België en de weerslag ervan op de belangen van Vlaanderen. De belangrijkste verwezenlijking van de denkgroep is het Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen in Europa, waarin wordt gepleit op basis van voornamelijk zakelijke overwegingen België te ontbinden in twee onafhankelijke staten met een aangepast statuut voor Brussel. Het Manifest maakte veel ophef, vooral in franstalige kringen. Eén van de ondertekenaars van het Manifest, Herman De Bode, werd tot ontslag gedwongen door zijn werkgever, het adviesbureau McKinsey. Ook Koning Albert II verwees in zijn nieuwjaarsboodschap van 2006 onrechtstreeks naar het Manifest door nadrukkelijk stelling te nemen tegen separatisme.
Inhoud |
[bewerk] Inhoud
Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen in Europa
Samenvatting en conclusies
België deugt niet, voor geen meter. Dat is het uitgangspunt van het Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen in Europa van In de Warande, een denkgroep die tien jaar geleden door ex-VEV-voorzitter René De Feyter werd opgericht en vandaag door gewezen topbankier Remi Vermeiren wordt geleid.
Dit manifest is ontstaan uit de bekommernissen van de Denkgroep omtrent de politieke, culturele, maatschappelijke en sociaal-economische ontwikkeling van Vlaanderen.
In hoofde van zijn traditie en zijn samenstelling heeft de Denkgroep vooral aandacht besteed aan de twee laatstgenoemde aspecten. Mede omdat op die domeinen het Belgische federale bestuursniveau nog over belangrijke bevoegdheden beschikt en er zich op die gebieden grote uitdagingen aandienen. Het Belgische federale model is niet geschikt om die uitdagingen met succes aan te gaan. Daarom, en omdat Vlaanderen al geruime tijd nagenoeg alle ingrediënten daartoe bezit, is de Denkgroep van oordeel dat voor Vlaanderen en zijn burgers de stap naar het statuut van zelfstandige lidstaat van Europa aangewezen, ja noodzakelijk is. Ook aan Wallonië en Brussel zal dergelijke stap nieuwe kansen bieden.
De krachtlijnen en de conclusies van het manifest zijn als volgt:
- 1) Vlaanderen heeft zich vooral in de tweede helft van de 20e eeuw ontwikkeld tot een op nagenoeg alle vlakken volwaardige volksgemeenschap. Aandacht en voorrang voor de verdere ontplooiing van die volksgemeenschap staan niet haaks op de globalisering, de multiculturele wereld en de nood aan menselijke solidariteit. Integendeel, de globalisering en de angst en vervreemding die ze onder meer meebrengt, hebben behoefte aan een tegenbeweging die het individu opvangt binnen een kleinere, herkenbare, enigszins homogenere leefgemeenschap.
Bijdragen, en blijven bijdragen, tot een multiculturele maatschappij, tot solidariteit en openheid, kan best of zelfs alleen vanuit een sterke eigen identiteit die zelfvertrouwen en geborgenheid biedt. Ook op economisch vlak is die aandacht voor de "lokale entiteit" nodig ten einde haar aanbod van goederen en diensten aan te passen aan de "wereldvraag". Aandacht voor de culturele, maatschappelijke en sociaal-economische ontwikkeling van de Vlaamse entiteit is dus gewettigd en nodig.
- 2) België bestaat dan wel 175 jaar, het is er, ondanks loffelijke pogingen, niet in geslaagd zijn twee voornaamste volksgemeenschappen nader tot elkaar te brengen. Vanuit objectieve verschillen als ligging, topografie, taal en basiscultuur, zijn de subjectieve verschillen zoals maatschappelijke visie, levenshouding en de verwachtingen betreffende de rol van de overheid tijdens de laatste decennia alleen maar toegenomen. De bijdrage tot de gemeenschappelijke welvaart vanwege de twee deelgebieden is al over een lange periode sterk verschillend. Daardoor is er steeds meer sprake van twee "verschillende werelden" als het gaat om Vlaanderen en Wallonië, met daarbij Brussel dat als volwaardig gewest steeds minder zijn rol van bindende hoofdstad speelt of kan spelen.
- 3) Na een periode van sterke economische opgang in de tweede helft van de vorige eeuw, dankzij onder meer de forse stijging van de productiviteit en de vorming van de Europese eenheidsmarkt, wordt West-Europa nu geconfronteerd met zeer grote uitdagingen zoals de globalisering, de Internationale concurrentie, de vergrijzing en een zeker gebrek aan gedrevenheid, risicobereidheid en zelfredzaamheid, alle gegroeid onder de "sociale paraplu" die werd open geplooid tijdens de opgang van de economie.
- 4) Het Belgisch federale model is niet geschikt om deze uitdagingen met kans op succes aan te pakken omwille van:
-
-
- de bijzonder zware en inefficiënte structuur;
- de chaotische bevoegdheidsverdeling;
- de verschillende uitgangsposities en behoeften in de deelgebieden die gepaard gaan met verschillen in visie over de aan te wenden remedies zodat de besluitvorming uitblijft of onvolledig, gebrekkig en niet eenduidig is;
- het gebrek aan sociaal kapitaal, en vooral aan vertrouwen, verstandhouding, gemeenschappelijke motivatie en verantwoordelijkheidszin.
- de te grote, ondoelmatige en contraproductieve financiële transfers.
-
Een en ander brengt mee dat België niet uitgerust is om de uitdagingen van de 21e eeuw aan te gaan. Het heeft wel troeven maar vooral ook een aantal zware handicaps zoals een hoge staatsschuld, lage pensioenreserves en een zeer hoge fiscale en parafiscale druk.
- 5) Elke volksgemeenschap waarvan de eigenheid, de maatschappelijke en sociaal-economische kenmerken reeds zo duidelijk geprofileerd zijn als dat in Vlaanderen het geval is, heeft recht op volledige zelfbeschikking en het zelf in handen nemen van zijn eigen lotsbestemming. Die onafhankelijkheid, is niet in de eerste plaats een doel dan wel een middel om de politieke, culturele en maatschappelijke ontwikkeling van alle leden van de gemeenschap verder te bevorderen en hen tot betere en gelukkiger burgers te maken.
Op sociaal-economisch vlak kan zelfstandigheid de noodzakelijke verantwoordelijkheidszin bevorderen en een geëigend evenwicht bewerkstelligen tussen concurrentievermogen en sociale bescherming. De Vlaamse volksgemeenschap heeft de basis om de stap naar onafhankelijkheid te zetten en zich van daaruit verder te ontwikkelen tot een volwaardig en nuttig lid van de Europese en de wereldgemeenschap. Door die stap zal Vlaanderen bovendien zijn kansen op een succesvolle aanpak van zijn sociaal-economische problemen aanzienlijk vergroten.
Deze "conjunctie" tussen politieke, culturele en maatschappelijke argumenten en sociaal-economische noodwendigheden binnen de uitnodigende Europese ruimte is voor Vlaanderen het aangewezen en dwingend moment om de stap naar volledige zelfstandigheid te zetten.
- 6) De Europese Unie maakt de zelfstandigheid van Vlaanderen en Wallonië niet alleen mogelijk, ze zet er ook toe aan. Enerzijds trad Europa al in verscheidene domeinen in de plaats van het Belgische bestuursniveau, biedt de Europese eenheidsmarkt aan elke lidstaat, hoe klein ook, een markt van goederen en diensten van wereldformaat en heeft de invoering van de euro de monetaire handicaps van een kleiner land en dito munt opgeheven. Anderzijds ligt de subsidiariteitsregel die de EU in principe toepast in de lijn van het toekennen van meer bevoegdheden aan een lager, homogener bestuursniveau en kunnen enkel lidstaten, en niet de regio's daarvan, volwaardig deelnemen aan de Europese besluitvorming.
- 7) België houdt voor Vlaanderen geen toegevoegde waarde in. Het is Vlaanderen dat België zijn toegevoegde waarde ten behoeve van de andere gewesten verstrekt. Vlaanderen werd en wordt daarvoor niet beloond. Of Vlaanderen dat nu wil blijven doen of niet, zijn capaciteit om dat te doen, met andere woorden zijn eigen welvaart, wordt bedreigd door de aangehaalde sociaal-economische problemen. De aanpak van die problemen vergt een efficiënt staatsapparaat en de beschikking over het leeuwenaandeel van de eigen financiële middelen.
Het streven naar en verwezenlijken van een volledige autonomie voor Vlaanderen drijft best niet op arrogantie of zelfgenoegzaamheid, noch op de slogan "wat we zelf doen, doen we beter". Want Vlaanderen, ook Vlaanderen, heeft de aansporing van de autonomie nodig om de uitdagingen ernstig te nemen en de nodige stappen te zetten. Enkel de eenduidiger diagnose, de focus, het verantwoordelijkheidsbesef en de motivering kunnen "ab initio "beter" zijn.
- 8) Wat voor Vlaanderen geldt, geldt in nog grotere mate voor Wallonië. Wallonië pakt(e) zijn economische problemen niet echt goed aan. Laten we het daarvoor niet met de vinger - blijven - wijzen, maar laten we het ook niet beschouwen en behandelen als slachtoffer van onoverkomelijk economisch ontij. Dat helpt Wallonië niet. Ook en vooral Wallonië heeft de verantwoordelijkheidszin, de dwang, de motivatie en de focus nodig die zelfstandigheid, en alleen volledige zelfstandigheid, onvermijdelijk zal brengen. Dan zal een "Marshall plan" echt kansen op succes hebben.
- 9) Brussel heeft manifeste troeven als volwaardig derde gewest van België, als hoofdstad, als dienstencentrum en als zetel van de EU. Toch is het er niet in geslaagd om zijn grootstedelijke problemen te overwinnen, alle inwoners redelijke kansen op welvaart te bieden en zijn internationale uitstraling te vergroten en te exploiteren. Uitgaande van zijn eigenheid van en zijn gemeenschappelijke belangen met Vlaanderen binnen wier grondgebied het ligt moet, in samenwerking met Wallonië en bij voorkeur ook met de EU, een beter statuut kunnen worden uitgewerkt voor Brussel dat, als hoofdstad van Vlaanderen, desgewenst ook van Wallonië, zou kunnen blijven fungeren.
- 10) De stap naar de onafhankelijkheid van de deelgebieden van België en naar een nieuw statuut voor Brussel hoeft geen vijandig proces te zijn. Voor Vlaanderen en Wallonië houden een volledige zelfstandigheid en rechtstreeks lidmaatschap van de EU aanzienlijke voordelen in. Er is al lang een proces van verzelfstandiging van beide deelgebieden aan de gang. Mede omdat Europa België steeds meer vervangt, stellen ook diegenen die een opdeling van België in onafhankelijke staten niet bepaald genegen zijn dat "België verdampt".
Gezien België noch de structuren noch de besluitvaardigheid, noch de motivatie inhoudt nodig om de problemen waarmee we geconfronteerd worden degelijk aan te pakken, zijn zij, en wij, best het woord indachtig van een befaamde Britse politica: "if it is inevitable, bring it forward". Het proces van verzelfstandiging van de Belgische deelgebieden kan onder meer op basis van onderhavig manifest worden besproken, ook en vooral met diegenen die tot nog toe getuigden van een rechtgeaarde en welgemeende "Belgitude".
[bewerk] Leden
- Marc Platel, journalist en voormalig politiek hoofdredacteur van Het Belang van Limburg
- Matthias Storme, hoogleraar recht aan de UA en de KUL
- Bruno Valkeniers, provincieraadslid voor Vlaams Belang in Antwerpen, voorheen commercieel directeur bij Hesse-Noord Natie
- Remi Vermeiren, gewezen voorzitter KBC-bank
- Herman De Bode, voormalig topman McKinsey Benelux
- Guido Naets, oud-secretaris studiecentrum van de CVP en gewezen directeur-perschef van het Europees Parlement
[bewerk] Bibliografie
- Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen in Europa