Gewoon meniezwammetje
Gewoon meniezwammetje | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Nectria cinnabarina |
Het gewoon meniezwammetje (Nectria cinnabarina) is een lid van de klasse der zakjeszwammen (Ascomycetes) dat opvalt als kleine stipjes op dode takken. De zwam komt voor in een zich seksueel voortplantende vorm en in een aseksuele vorm. De laatste staat ook bekend onder de naam Tubercularia vulgaris".
Er zijn twee duidelijke stadia bij deze schimmel. Eerst manifesteert het zich in de vorm van lichtroze vlekjes op hout. Er worden talloze ongeslachtelijke sporen gevormd. Deze heten conidia. Het tweede stadium bestaat uit donkerrode wratjes, die de sporenzakjes dragen.
[bewerk] Uiterlijk
De seksuele vorm van het gewoon meniezwammetje is maximaal 1,5 mm breed. Het is een bolletje, vermiljoenrood van kleur, dat aan de bovenkant voorzien is van een klein wratje waardoor de één voor één rijpende sporen worden weggeschoten.
De aseksuele vorm is wat groter - tot 2 mm breed en lichtroze gekleurd.
[bewerk] Voorkomen
Het gewone meniezwammetje komt vooral voor op dode takken; na verwonding ook op levende, gezonde takken.
Het gewoon meniezwammetje komt, vaak massaal, voor op dode takken waarvan de schors meestal nog aanwezig is. De seksuele en aseksuele vormen worden vaak bij elkaar aangetroffen. Het is een zeer algemene zwamsoort die het gehele jaar voorkomt, maar de sporenzakjes komen alleen voor in de herfst.
[bewerk] Externe links
- SoortenBank.nl beschrijving en afbeeldingen