Flora/van der Kamp
Flora/van der Kamp |
|
Datum uitspraak | 11 mei 1951 |
Zaaknummer | {{{zaaknr}}} |
Instantie | {{{instantie}}} |
Rechters | Donner, van der Meulen, Hijnk, Smits, de Jong |
Advocaat-generaal | Eggens |
Soort zaak | civiel |
Soort procedure | cassatie |
Wetgeving | art. 3:40 BW (nieuw) |
Onderwerp | {{{onderwerp}}} |
Vindplaats | NJ 1951, 127 |
Flora/van der Kamp is een arrest van de Hoge Raad uitgesproken op 11 mei 1951. Het arrest bepaalde dat een overeenkomst waarvan het aangaan in strijd is met een wettelijke bepaling, nietig is. Het is niet nodig dat beide partijen weten dat overeenkomst strijdt met een wettelijke bepaling. De jurisprudentie waartoe dit arrest aanleiding gaf, is tegenwoordig gepositiveerd in artikel 3:40 BW.
[bewerk] Casus
Omstreeks september 1947 levert Van der Kamp een partij van 500 ijzerplaten aan Flora voor een prijs van 1500 gulden. Later komt Flora er achter dat die prijs aanmerkelijk hoger is dan de maximumprijs die is vastgelegd in een wettelijke bepaling (art. 3 van de Prijsopdrijvings- en Hamsterwet). Flora vordert primair de nietigverklaring van de overeenkomst.
[bewerk] Overweging van de Hoge Raad
In tegenstelling tot de Rechtbank en het Hof bepaalt de Hoge Raad dat de overeenkomst nietig is. Dit ondanks dat beide partijen mogelijk niet op de hoogte waren van een maximum prijs.
dat immers de overtreding van een wettelijk voorschrift waarbij het sluiten van bepaalde overeenkomsten wordt verboden, nietigheid meebrengt, behalve in het zich te dezen niet voordoende geval, dat uit het voorschrift zelf of uit de strekking daarvan volgt, dat aan de overtreding dit gevolg niet is verbonden.