Fianchetto
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Fianchetto is een term uit het schaakspel. Het woord fianchetto is afgeleid van het Italiaanse woord fianco = flank.
Fianchetto is de ontwikkeling van de loper van de witspeler naar de velden b2 of g2 en idem van de loper van de zwartspeler naar de velden b7 of g7. Hiertoe wordt de zetten b3, g3, b6 of g6 gespeeld.
Het nut van het fianchetto is dat de loper vanaf (bijvoorbeeld) g7 een prima uitzicht heeft over de lange diagonaal, en daarmee ook op het centrum. Voorbeelden van openingen die gebruikmaken van een fianchetto op g7 zijn het Konings-Indisch, het Grünfeld-Indisch en de Drakenvariant van het Siciliaans.
Bij dubbelfianchetto fianchetteert een speler beide lopers (de zwartspeler in diagram 1).
In diagram 2 ziet u een dubbelfianchetto door beide spelers. Merk op dat zonder de paarden de lopers elkaar meteen zouden kunnen slaan met een onomkeerbare aanval op de torens.
