Ferdinand I van Kastilië
± 1016-1065 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Koning van Kastilië | ||||||
|
||||||
|
Ferdinand I (ca. 1016 – León 27 december 1065), bijgenaamd de Grote, was koning van Kastilië van 1035 tot aan zijn dood, en de eerste persoon die zich koning van Kastilië noemde.
Hij was de tweede zoon van Sancho III van Navarra en kreeg Kastilië in 1035 van zijn vader ten geschenke. Hij trouwde met Sancha, een zuster van koning Bermudez III van León. Hij versloeg zijn zwager Bermudez, die hem aanviel, en maakte zich meester van diens koninkrijk dat León en Galicië omvatte, en dat in 1037 aan zijn echtgenote Sancha in erfbezit werd toegewezen. Hij versloeg vervolgens in 1054 bij Burgos zijn broer koning Garcia IV van Navarra, waarbij deze laatste sneuvelde. Ferdinand I veroverde in 1064 Coimbra op de Moren. Ook bracht hij de Moorse koning van Toledo een nederlaag toe en maakte zowel hem als de vorsten van Zaragoza en Badajoz schatplichtig.
Bij zijn dood verdeelde Ferdinand zijn koninkrijk onder zijn drie zonen: Sancho kreeg Kastilië, Alfons kreeg León en Asturië, terwijl aan Garcia Galicië en het noordelijke deel van het tegenwoordige Portugal ten deel vielen.