Duifkruid
| Duifkruid | |||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 |
|||||||||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
| soort | |||||||||||||||||||
| Scabiosa columbaria L. (1753) |
|||||||||||||||||||
 |
Duifkruid (Scabiosa columbaria) is een vaste plant en staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als zeldzaam en zeer sterk afgenomen. Duifkruid komt voor in Eurazië en in Nederland in Zuid-Limburg en het rivierengebied. Speciale cultivars van duifkruid worden in de siertuin gebruikt.
De plant wordt 30 tot 90 cm hoog. De onderste bladeren zijn liervormig tot lierdelig en hebben een grote eironde eindlob. De verdere bladeren zijn fijner gedeeld en 1- tot 2-maal veerspletig.
Duifkruid bloeit van juli tot september met roodachtig lila, soms witte bloemen, die in een 1,5 tot 3,5 cm breed hoofdje zijn gerangschikt. De zoom van het vliezige, bijzonder omwindsel (omwindsel van schutbladeren) staat breed uit. Op de bloembodem staan stroschubben. De vrucht is een nootje.
Duifkruid komt tussen het gras voor op matig vochtige, kalkrijke grond.
De bloemen worden veel door vlinders en bijen bezocht.
[bewerk] Buitenlandse namen
- Duits: Zwergscabiose, Taubenskabiose
- Engels: Pincushion Flower, Small Scabious
- Frans: Scabieuse colombaire
[bewerk] Externe links
- SoortenBank.nl beschrijving en afbeeldingen
