Douwe Aukes
Douwe Aukes (geboren in 1612, gestorven in 1668) was een Fries kapitein voor de Verenigde Oostindische Compagnie en een zeeheld. Aukes ging net als zijn vader, eveneens Douwe Aukes geheten, voor de Verenigde Oostindische Compagnie varen. Op de schepen Maastricht en Vrede maakte hij verschillende reizen naar Zuid Afrika. In 1641 werd hij tot kapitein van de Vogelstruys benoemd, een schip met 40 kanons van de Amsterdams Kamer van de VOC. Toen in 1652 tijdens de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog de Vogelstruys toegevoegd werd aan de vloot van Michiel de Ruyter werd Aukes indirect marineofficier. Op een gegeven moment in de Slag bij Plymouth dwaalde hij af van de Nederlandse vloot en werd het omsingelde schip bijna genomen door de Engelsen. Aukes dreigde een brandende lont in een kruitvat te steken, een bekende truc om de mannen tot groter vechtlust te bewegen. Zijn bemanning beet vervolgens zo hard van zich af dat de Engelse enterploeg weer van het schip werd geslagen, er twee Engelse schepen tot zinken werden gebracht en een derde zwaar beschadigd werd. De Vogelstruys wist zich vervolgens weer bij de rest van de Nederlandse vloot te voegen. Na afloop van de oorlog bleef Aukes in dienst van de V.O.C. In 1657 wordt hij vermeld als kapitein van een koopvaarder in de Levanthandel. In 1665 was hij koopman te Amsterdam. In 1666 tijdens de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog werd hij door de Staten van Friesland gevraagd om luitenant-admiraal van de Friese Admiraliteit te worden als opvolger van de gesneuvelde Tjerk Hiddes de Vries, maar Aukes bleek net weer het ruime sop gekozen te hebben, en was onderweg naar Indië. In 1668 overleed hij op de terugweg. Zijn graf ligt in de Oude Kerk te Amsterdam
De Nederlandse Marine heeft een schip naar Douwe Aukes vernoemd, genaamd de Hr.Ms. Douwe Aukes. Het gaat hier om een mijnenveger die in 2 november 1922 in dienst is gesteld van de marine.