Doinel-cyclus
Antoine Doinel is een fictief figuur, bedacht door de Franse filmregisseur François Truffaut.
Doinel doet zijn intrede in Truffauts debuutfilm Les Quatre cent coups. De rol werd vertolkt door Jean-Pierre Léaud.
De Doinel-cyclus omvat de volgende films:
Les Quatre cent coups. Hier maken we kennis met de 14-jarige Doinel, die wegloopt van huis, en zich vervolgens op straat bezighoudt met kleine misdaad, als reactie op zijn verwaarlozing thuis. Hij komt terecht op een tuchtschool, waaruit hij weet te ontsnappen.
Antoine et Colette is de volgende film waarin Doinel kortstondig verschijnt. De korte film maakte deel uit van de in 1962 uitgebrachte omnibus L'amour à vingt ans.
Baisers volés (1968) was een film waarin een volwassen geworden Doinel na een oneervol ontslag uit het leger probeert weer een normaal maatschappelijk leven te leiden. Hij beleeft romantische avonturen met zijn geliefde Christine Darbon (Claude Jade), en met de vrouw van zijn baas (Delphine Seyrig).
Domicile conjugal (1970): Antoine Doinel en Christine zijn getrouwd, maar Doinel raakt onder de bekoring van een jonge Japanse (Hiroko Berghauer).
L'Amour en fuite (1979) is het slot van de cyclus. Doinels aandacht verplaatst zich hier van zijn vrouw Christine naar de platenverkoopster Sabine (Dorothée).
