Deugdethiek
In de filosofie refereert deugdethiek aan een ethisch systeem dat primair focust op wat voor persoon men zou willen zijn. Een van de doelstellingen van deugdethiek is om de karakteristieken van zo'n persoon te beschrijven. Het uiteindelijke doel van deugdethiek is eudaimonia, globaal gezien betekent dit succes of geluk. Dit is het doel wat alle mensen nastreven, namelijk om een goed, gelukkig en vervuld leven te leiden. Dit doel wordt de telos genoemd.
Ook een dier heeft een specifieke telos.
[bewerk] Bereiken van eudaimonia
Om eudaimonia te bereiken moet men leven volgens bepaalde deugden. Voorbeelden hiervan zijn de kardinale deugden, namelijk moed, matigheid, rechtvaardigheid en wijsheid. Een deugdethicus zou zeggen dat dit hetgene is wat alle mensen rationeel zouden kiezen. Volgens Aristoteles kan eudamonia alleen refereren aan oudere personen, omdat zij genoeg levenswijsheid hebben. De rol van een gemeenschap en van voorbeelden is hierbij belangrijk. Een persoon die de juiste deugden kent maar toch kiest om daar niet volgens te leven, bestaat volgens Aristoteles niet. De deugd kan alleen maar nastrevenswaardig zijn aangezien deze in het verlengde van het verlangen van de mens ligt. De ontdekking van de wil tot goed doen (dus bewust het "kwaad" de rug toe keren) werd pas veel later ontdekt door de filosoof Augustinus. In de Oud-Griekse tijd had ondeugdzaamheid dus niet de betekenis van het hedendaagse kwaad (onwil tot goed doen), maar was een ondeugdzaam mens eerder iemand die zich vergiste, iemand die een verkeerd beeld van geluk als nastrevenswaardig erkende. Het ondeugdzame was dus niet het gevolg van het kwade maar het gevolg van onwetendheid.