Corrie Hermann
Dr. Cornelia (Corrie) Hermann (Amersfoort, 4 augustus 1932) is een Nederlands politicus.
Tussen 1950 en 1959 studeerde zij geneeskunde aan de universiteit Utrecht. In 1959 deed zij haar arts examen en ging zij werken als zuigelingen- en kinderarts. In 1959 werd zij daarnaast docent gezondheidszorg onderwijs. Tussen 1973 en 1978 werkte zij als wetenschappelijk medewerker voor het CITO. In 1978 keerder zij terug in de medische wereld als wetenschappelijk hoofdmedewerker sociale geneeskunde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Vervolgens werd zij in 1982 directeur van de GGD in Heemskerk. In 1984 promoveerde zij in de geneeskunde aan de KUN op basis van de dissertatie "Vrouwelijke artsen in Nederland". In 1985 werd zij naast haar baan lid van het hoofdbestuur van Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunde. In 1991 werd zij lid van de Sociale Verzekeringsraad. Daarnaast was zij lid van de Vereniging Nederlandse Vrouwelijke Artsen. In 1992 ging zij met vroegtijd pensioen. Zij werd toen Officier in de Orde van Oranje-Nassau. In 1996 stichtte zij Paul Hermann Fonds, een stichting, vernoemd naar haar vader die jonge cellisten steunt
Tussen 1998 en 2002 was Hermann Tweede Kamer-lid voor GroenLinks. Zij was woordvoerder op het gebied van volksgezondheid, welzijn en voedselveiligheid. In 2001 diende zij het amendement op de Tabakswet om voor iedereen een rookvrije werkplek te garanderen. Dit leidde tot het rookverbod in bedrijven en het openbaar vervoer.
Op dit moment vervult Hermann nog enkele nevenfuncties. Zo is zij lid van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, voorzitter van de Stichting Algemeen Maatschappelijk Werk IJmond Beverwijk en lid van de raad van toezicht van de Stichting Ouderenzorg Velsen
Hermann is lid van de Remonstrantse kerk. Haar vader was een solo-cellist en componist. Hij was van Hongaarse afkomst en werd vermoord in Auschwitz. Zij woont samen en heeft vier kinderen.