Christopher Walken
Christopher Walken Ronald Walken |
|
---|---|
31 maart 1943 | |
Land | Verenigde Staten |
Ouders | Paul Walken Rosalie Walken |
Ex-partner(s) | {{{expartner}}} |
Partner | Georgianne Walken |
Kinderen | Bewust kinderloos |
IMDb-profiel |
Christopher Walken (New York, 31 maart 1943) is geboren als Ronald Walken en is een Amerikaans acteur en tapdanser, die een Academy Award won voor Beste Acteur in een Bijrol in The Deer Hunter en opnieuw in deze kategorie werd genomineerd voor zijn bijrol in Catch Me If You Can. In zijn 53-jarige acteurscarrière heeft hij in meer dan 100 toneelstukken gestaan en in meer dan 100 films en televisieprogramma's opgetreden. Bij het grote publiek staat hij bekend om zijn gebeitelde en geïmiteerde imago van gesoigneerde en meedogenloze gangster, maar Walken heeft ook in experimentele films en komedies gespeeld, en als tapdanser uitgeblonken in de door VH1 tot "Beste Videoclip Aller Tijden" uitgeroepen Weapon of Choice videofilm.
Inhoud |
[bewerk] Levensloop en Imago
Christopher Walken werd geboren in de Astoriabuurt van de New Yorkse stadswijk Queens. Hij was de tweede zoon van Paul Walken, een Duitse immigrant die een goedlopende bakkerij had en de Schotse immigrante Rosalie, die zelf toneelambities koesterde. Beide ouders waren als enigen van hun Europese families naar Amerika geëmigreerd. De fotogenieke baby werd oorspronkelijk Ronald genoemd, naar de Amerikaanse filmster Ronald Colman. Ronnie werd met zijn oudere en jongere broer naar de Professional Children's School in Manhattan gestuurd, waar ze alledrie toneel- en tapdansles kregen. De drie broers waren tijdens hun jeugd al aktief als televisieacteur.
Walken is inmiddels 37 jaar getrouwd met de casting director van The Sopranos, Georgianne Thon. Hij leerde haar kennen toen hij als 22-jarige West Side Story acteur op tournee was. Het bewust kinderloze echtpaar bewoont een appartement in Manhattan en heeft een huis in Wilton, Connecticut. In zijn karige vrije tijd bestudeert Walken het gedrag van katten, bereidt Japanse gerechten en schildert.
In scherp contrast met zijn filmimago van ijzige, dreigende gangster is Walken privé een geanimeerde raconteur. Zijn rijzige gestalte en bleke, aristocratisch aandoende gelaat, maar vooral zijn lugubere strakke blik (een oog is blauw, het andere lichtbruin) leverden hem de bijnamen The Duke of Spook en Angel of Death op. Mede-acteur Sean Penn merkte ooit op dat Walken beslist poëzie door zijn aderen had vloeien, maar dat het lastig was om vast te stellen of die engelachtig of duivels was. De hieruit voortvloeiende dramatische spanning maakt Walken geknipt voor rollen in het griezelfilmgenre, onder andere in The Dead Zone, The Prophecy en The Addiction.
Zijn rollen in grote publiekstrekkers zoals A View to a Kill en Batman Returns stelden Walken in staat om te experimenteren met meer uitdagende rollen in onafhankelijke of art house films, zoals At Close Range, King of New York en The Comfort of Strangers. Een opmerkelijke strategie die garant staat voor spontane dialogen en alerte reacties ontwikkelde Walken door consequent slechts zijn eigen tekst in het scenario te lezen.
Ondanks zijn financiële sukses en zijn uitgebreide schare fanatieke bewonderaars is Walken niet te beroerd geweest om te verschijnen in het humoristische Amerikaanse televisieprogramma Saturday Night Live met zelf-parodie. Hij moet ook smakelijk lachen om imitators als Kevin Spacey en Jay Mohr, die treffend zijn kaatsende New Yorkse accent met komma's als uitroeptekens kunnen nadoen. Walken reageerde zelfs geamuseerd toen een website genaamd www.Walken2008.com beweerde dat de a-politieke acteur zich kandidaat had gesteld voor het Amerikaanse presidentschap, compleet met gefingeerde politieke uitspraken.
De enige Hollywoodroddel die de gedisciplineerd levende Walken jarenlang heeft achtervolgd is de insinuering dat de beeldschone actrice Natalie Wood zelfmoord zou hebben gepleegd vanwege onbeantwoorde liefde voor Walken, haar tegenspeler in Brainstorm in 1983. Uit respect jegens de nabestaanden zweeg Walken zelf jaren over de tragische verdrinkingsdood, en meldde uiteindelijk dat Wood (die niet kon zwemmen) waarschijnlijk was uitgegleden bij het verplaatsen van een sloep, en met haar regenjas aan te water was geraakt. Walken zat op het zeiljacht te praten met de echtgenoot van het slachtoffer, Robert Wagner, die voor de tweede keer met Wood was getrouwd.
Acteurs die, zacht uitgedrukt, geïnspireerd zijn geweest door Walken's buitenaardse uitstraling en genuanceerde "poker face" mimiek zijn Johnny Depp (die Walken hoog op zijn verlanglijstje zette en wist te strikken voor Sleepy Hollow en Nick of Time), David Bowie (die hem als eregast op zijn 50-jarige verjaarsfeest uitnodigde) en Val Kilmer (die Walken's oorspronkelijke idee voor Wonderland overnam omdat het te lang op de plank had gelegen, en Walken zich te oud voelde voor de hoofdrol).
[bewerk] Carrièreoverzicht
In 1953 had "Ronnie Walken" al een vaste rol als verteller in de TV-serie The Wonderful John Acton. Toen hij zag hoe sterren als Jerry Lewis een welhaast koninklijke behandeling kregen besloot hij verder te gaan in de wereld van de showbiz. Na een jaar Engelse Literatuur te hebben gestudeerd aan de New Yorkse Hofstra University werd Walken in eerste instantie gevraagd als danser in produkties als Best Foot Forward, met de 16-jarige Liza Minnelli. Hij heeft een respectabel aantal toneelstukken op zijn naam staan als acteur met een repertoire van meer dan 100 stukken, uitblinkend in werken van Tennessee Williams en Anton Tsjechov.
In 1964 ried de nachtclubchanteuse Monique Van Vooren hem aan zijn voornaam in "Christopher" te veranderen, en tot op de dag van vandaag is dat zijn artiestennaam gebleven. In 1966 won Walken de Clarence Derwent Award voor zijn optreden als de Koning van Frankrijk in The Lion in Winter (waar hij nota bene bijna uit werd ontslagen vanwege plankenkoorts) en een Obie Award in 1975 voor Kid Champion. Verder heeft hij hoofdrollen gespeeld in een aantal Shakespeare produkties, met name Hamlet, Macbeth, Romeo and Juliet en Coriolanus. Walken heeft een filmje getiteld Popcorn Shrimp (2001) geschreven en geregisseerd, na in 1995 een toneelstuk over zijn jeugdidool Elvis Presley te hebben geschreven, getiteld Him, waarin hij tevens de hoodrol vervulde.
Walken heeft sinds 1969 in meer dan 100 films (zie filmografie) en vanaf 1953 in klassieke televisieseries als The Colgate Hour, Kojak en The Naked City gespeeld. Na reeds aandacht te hebben getrokken in Annie Hall van Woody Allen won Walken in 1978 zijn enige Academy Award voor Beste Bijrol in The Deer Hunter met zijn vertolking van een gevoelige metaalarbeider uit Pittsburgh die een zelfdestructieve zombie wordt, verslaafd aan heroïne en Russische roulette na zijn oorlogservaringen in Vietnam. Naar verluidt at Walken een week lang niets anders dan bananen met rijst om de uitgeholde tronie van deze Nick Chevotarevich te accentueren. Walken werd opnieuw genomineerd in dezelfde kategorie in 2002 voor zijn bijrol in Catch Me If You Can als Frank Abagnale, Sr., de vader van Leonardo DiCaprio.
Opvallend genoeg heeft Walken ook zijn kunsten in drie muziekvideo's vertoond. Zijn debuut kwam als de Beschermengel in de Bad Girl video van Madonna uit 1993. Zijn tweede rol was in Breakin' Down van Skid Row. Zijn derde en meest spectaculaire optreden was in Fatboy Slim's Weapon of Choice clip in 2001, die 6 MTV Awards in de wacht sleepte en tot Beste Videoclip Aller Tijden werd uitgeroepen door het Britse kanaal VH1. In dit filmpje doet de tegen de zestig lopende Walken een tapdans rond de lobby van het Marriott Hotel in Los Angeles in een stijl die ergens tussen Fred Astaire en Spiderman in zweeft.
Recente rollen speelde Walken als de zoon van (de door hem bewonderde) Michael Caine in Around the Bend, een Adam Sandler komedie, Click en Man of the Year met Robin Williams. Volgens de laatste geruchten is hij bezig de rol van de Britse zanger Ozzy Osbourne te vertolken. Walken schijnt vrijwel nooit een rol te weigeren, en is bereid de meest inferieure films een steuntje in de rug te geven, zoals de tamelijk melige Joe Dirt uit 2001 en de genant zwakke remake van The Stepford Wives uit 2004. Dit merkwaardige gebrek aan kieskeurigheid heeft Walken zelfs nominaties opgeleverd voor drie "Razzies" (Golden Raspberry Awards voor de slechtste acteerprestatie), namelijk voor Kangaroo Jack, Gigli, en The Country Bears. De binnenkort pensioengerechtigde entertainer die in twee films (Sleepy Hollow en The Stepford Wives) letterlijk zijn hoofd kwijtraakte "zou graag aan zijn memoires beginnen, ware het niet dat hij alles inmiddels was vergeten".
[bewerk] Referenties
- Het uitgebreide engelse Wikipedia artikel over Christopher Walken (http://en.wikipedia.org/w/index.php?title=Christopher_Walken&printable=yes)
- Profiel & interview met Carlo Cavagna, met opmerkingen van regisseurs Jordan Roberts en Josh Lucas over Walken's acteerstijl (http://www.aboutfilm.com/features/aroundthebend/walken.htm)
- Christopher Walken Interview met Lawrence Grobel (http://www.playboy.com/magazine/interview_archive/christopher-walken/)
- "Christopher Walken, Opportunist" (http://www.crankycritic.com/qa/christopherwalken.html
- New York State of Mind: G21 Interviews: Christopher Walken (http://www.g21.net/nystate31.htm)
- Heterochromia (http://www.thetech.org/genetics/ask.php?id=26
[bewerk] Filmografie
Filmografie als acteur | ||||||
Jaar | Titel | Rol | Opmerkingen | |||
---|---|---|---|---|---|---|
1953 | The Wonderful John Acton | Kevin Acton | televisieserie | |||
1954-1956 | The Guiding Light | Michael 'Mike' Bauer #1 | televisieserie | |||
1966 | Barefoot in Athens | Lamprocles | televisiefilm | |||
1969 | The Three Musketeers | Felton | televisiefilm | |||
1969 | Me and My Brother | - | ||||
1971 | The Anderson Tapes | The Kid | ||||
1972 | The Happiness Cage | Pvt. James H. Reese | ||||
1975 | Valley Forge | The Hessian | televisiefilm | |||
1976 | Next Stop, Greenwich Village | Robert | ||||
1977 | Roseland | Russel (The Hustle) | ||||
1977 | The Sentinel | Det. Rizzo | ||||
1977 | Annie Hall | Duane Hall | ||||
1978 | The Deer Hunter | Nikonar 'Nick' Chevotarevich | ||||
1979 | Last Embrace | Eckart | ||||
1980 | Heaven's Gate | Nathan D. Champion | ||||
1981 | Shoot the Sun Down | Mr. Rainbow | ||||
1981 | The Dogs of War | Jamie Shannon | ||||
1981 | Pennies from Heaven | Tom | ||||
1982 | Who Am I This Time? | Harry Nash | televisiefilm | |||
1983 | Brainstorm | Dr. Michael Anthony Brace | ||||
1983 | The Dead Zone | Johnny Smith | ||||
1985 | A View to a Kill | Max Zorin | ||||
1986 | At Close Range | Brad Whitewood Sr. | ||||
1987 | Deadline | Don Stevens | ||||
1988 | The Milagro Beanfield War | Kyril Montana | ||||
1988 | Biloxi Blues | Sgt. Toomey | ||||
1988 | Cannon Movie Tales: Puss in Boots | Puss | ||||
1988 | Homeboy | Wesley Pendergass | ||||
1989 | Communion | Whitley Strieber | ||||
1990 | The Comfort of Strangers | Robert | ||||
1990 | King of New York | Frank White | ||||
1991 | Sarah, Plain and Tall | Jacob Witting | televisiefilm | |||
1991 | McBain | McBain | ||||
1992 | Mistress | Warren Zell | ||||
1992 | Batman Returns | Max Shreck | ||||
1992 | Grand pardon II, Le | Pasco Meisner | ||||
1993 | Skylark | Jacob Witting | televisiefilm | |||
1993 | Scam | Jack Shanks | televisiefilm | |||
1993 | True Romance | Vincenzo Coccotti | ||||
1993 | Wayne's World 2 | Bobby Cahn | ||||
1994 | A Business Affair | Vanni Corso | ||||
1994 | Pulp Fiction | Captain Koons | ||||
1995 | Wild Side | Bruno Buckingham | ||||
1995 | Search and Destroy | Kim Ulander | ||||
1995 | Things to Do in Denver When You're Dead | The Man with the Plan | ||||
1995 | The Prophecy | Gabriel | ||||
1995 | The Addiction | Peina | ||||
1995 | Nick of Time | Mr. Smith | ||||
1996 | Celluloide | - | ||||
1996 | Basquiat | The Interviewer | ||||
1996 | The Funeral | Ray Tempio | ||||
1996 | Last Man Standing | Hickey | ||||
1997 | Touch | Bill Hill | ||||
1997 | Excess Baggage | Raymond 'Ray' Perkins | ||||
1997 | Suicide Kings | Carlo Bartolucci/Charlie Barret | ||||
1997 | Mousehunt | Caeser, the Exterminator | ||||
1998 | Illuminata | Bevalaqua | ||||
1998 | New Rose Hotel | Fox | ||||
1998 | Trance | Uncle Bill Ferriter | ||||
1998 | Antz | Colonel Cutter (stem) | ||||
1999 | Blast from the Past | Calvin Webber | ||||
1999 | Vendetta | James Houston | televisiefilm | |||
1999 | Sleepy Hollow | The Hessian Horseman | ||||
1999 | Sarah, Plain and Tall: Winter's End | Jacob Witting | televisiefilm | |||
1999 | Kiss Toledo Goodbye | Max | ||||
2000 | The Opportunists | Victor 'Vic' Kelly | ||||
2001 | Jungle Juice | Roy | ||||
2001 | Scotland, Pa. | Lieutenant McDuff | ||||
2001 | Joe Dirt | Clem | ||||
2001 | America's Sweethearts | Hal Weidmann | ||||
2001 | The Affair of the Necklace | Count Cagliostro | ||||
2002 | Poolhall Junkies | Mike | ||||
2002 | The Country Bears | Reed Thimple | ||||
2002 | Engine Trouble | Rusty | ||||
2002 | Plots with a View | Frank Featherbed | ||||
2002 | Catch Me If You Can | Frank Abagnale, Sr. | ||||
2002 | Julius Caesar | Marcus Cato | televisiefilm | |||
2003 | Kangaroo Jack | Salvatore 'Sal' Maggio | ||||
2003 | Gigli | Det. Stanley Jacobellis | ||||
2003 | The Rundown | Hatcher | ||||
2004 | Man on Fire | Rayburn | ||||
2004 | Envy | J-Man | ||||
2004 | The Stepford Wives | Mike Wellington | ||||
2004 | Around the Bend | Turner Lair | ||||
2005 | Wedding Crashers | U.S. Treasury Secretary William Cleary | ||||
2005 | Romance & Cigarettes | Cousin Bo | ||||
2005 | Domino | Mark Heiss | ||||
2006 | Click | Morty | ||||
2006 | Fade to Black | CIA Agent | ||||
2006 | Man of the Year | Jack Menken | ||||
2007 | Balls of Fury | Feng | ||||
2007 | Citizen Brando | Joe | ||||
2007 | Skinner Box | Dr. Frederic |