Bosnië
Bosnië (Bosnisch: Bosna/Босна) is een gebied op de Balkan dat met Herzegovina de republiek Bosnië en Herzegovina vormt. De regio meet circa 41.000 km² en beslaat de noordelijke 80% van Bosnië en Herzegovina.
[bewerk] Geschiedenis
Bosnië was reeds in de prehistorie bewoond. In de tiende eeuw, ten tijde van de Bogomielen, maakte het deel uit van Servië en later van Kroatië. Toen Kroatië in de twaalfde eeuw Hongaars werd, behield Bosnië zijn zelfstandigheid. Een bloeitijd begon onder ban Stefanus II Kotromanić, wiens neef Stefanus Tvrtko I in 1377 de eerste koning van Bosnië werd. De laatste koning, Stefanus Tomašević, werd in 1463 gedood door sultan Mehmed II. Onder het Ottomaanse bewind dat volgde, verturkste Bosnië sterk.
Het Ottomaanse Rijk hield Bosnië tot 1908 in zijn bezit. Reeds in 1878 bepaalde het Congres van Berlijn echter dat Bosnië en Herzegovina door Oostenrijk-Hongarije zouden worden bestuurd. De formele annexatie volgde in 1908. Onder het Oonstenrijkse bestuur europeaniseerde de regio. Bosnië behoorde sinds 1918 tot Joegoslavië, tijdens de Tweede Wereldoorlog tot het marionettenkoninkrijk Kroatië en daarna weer tot Joegoslavië. In 1992 werd Bosnië-Herzegovina een onafhankelijke staat.
[bewerk] Cultuur
De muziektraditie in Bosnië staat bekend onder de naam Sevdah. Onder de traditioneel hierbij gebruikte instrumenten die de zang begeleiden ontbreken doorgaans de viool en de accordeon niet; het laatste is de 20e eeuwse vervanger van de onder Ottomaanse overheersing gebruikelijker saz.
Bosniërs staan bekend om hun groot gevoel voor zelfkritische humor: zij maken grappen over zichzelf, over hun eigen stereotypen (in plaats van over die van andere, naburige volken). De hoofdpersonen in de gebruikelijke moppen zijn Mujo, Sujo en Fata (Mustafa, Suleiman en Fatima).
