Binnendieze
De Binnendieze is het gedeelte van de rivier de Dieze binnen de muren van de binnenstad van 's-Hertogenbosch.
Omdat de stad in verleden nauwelijks ruimte had zich uit te breiden, is in de loop van de tijd een groot deel van de Binnendieze overkluisd, dat wil zeggen overbouwd met huizen. De beek was (en is) daardoor nog nauwelijks als zodanig te herkennen. De ontwikkeling is hier dus heel anders geweest dan bij Hollandse steden, waar de grachten voor de huizen liepen. De beek ging steeds meer fungeren als riool. De populatie knaagdieren moest in toom gehouden worden door speciale rattenvangers die de beesten met gekookte aardappels lokten om ze in het duister letterlijk aan de haak te slaan. Halverwege de 20e eeuw besloot men het water te dempen, maar vanwege het unieke karakter is hiertegen verzet ontstaan. Toen dit succes had is men met de restauratie begonnen.
Tegenwoordig behoort een boottochtje over de Binnendieze en onder de stad tot een van de toeristische hoogtepunten van 's-Hertogenbosch.
Bij het ontstaan van de stad moet er al een groot aantal vertakkingen geweest zijn, waartussen rivierduintjes waren opgewaaid. Het begin van 's-Hertogenbosch was een omwalling van het hoogste duintje. Toen werden al meteen kunstmatige lopen gegraven die dienden als eerste stadsgracht. Later werden ten behoeve van de doorstroming, goed voor scheepvaart en ontwatering, een aantal doorsteken gegraven. Zo ontstond een waar doolhof van ongeveer 12 kilometer lengte, waarvan nu bijna een derde resteert: 3630 meter, 1290 meter daarvan overkluisd. Bij bouwprojecten worden nog regelmatig in vergetelheid geraakte vertakkingen herontdekt.
Het zeer complexe systeem kan men ruwweg in tweeën delen:
- De Groote Stroom: dit is de oude hoofdstroom van de Dieze, die tegenwoordig als Dommel de westelijke tweede stadsgracht vormt. Het riviertje kwam door de nog bestaande Grote Hekel in het zuiden de stad binnen, maakte een bocht naar het oosten, nam daar de Aa in zich op en draaide meteen scherp naar het westen om bij het huidige Kruithuis de noordelijke stadswal te doorbreken. Tegenwoordig is deze tak doodlopend: de Waterpoort, het grootste restant van de eerste omwalling van de stad, laat het tot zijn deuren dringende water niet meer binnen. De aparte rondvaart hier is dus meer een "op en neer-vaart". Er zijn echter plannen om de achterliggende Marktstroom weer uit te graven. De Groote Stroom is maar ten dele overkluisd en dus zeer geschikt voor de minder dapperen onder ons.
- De Vughterstroom: dit moet oorspronkelijk een beekje geweest zijn, dat bij grote waterafvoer tot een westelijke zijtak van de Dieze werd. Het sneed dan de voornoemde bocht van de Dieze af. De uitmonding van de Vughterstroom werd later tot de haven van de stad. Er waren vele zijstroompjes die tegenwoordig een vele honderden meters lang labyrint vormen van overkluisde watergangen, met tot de verbeelding sprekende namen als het "Hellegat", dat in de oorlog nog gebruikt werd als onderduikplaats. Het systeem sluit bij de kolk van de Grote Hekel aan op de Groote Stroom. De directe doorgang naar de oude haven is echter geblokkeerd. Niet aan claustrofobie of arachnofobie lijdende belangstellenden kunnen reserveren voor drie rondvaarttrajecten in het systeem van de Vughterstroom. Hunne Majesteiten Beatrix, Koningin der Nederlanden, en Albert, Koning der Belgen gingen in 1999 gezamenlijk hierin voor.