Automobilisme
Automobilisme is het gebruik van auto's als algemeen aanvaard vervoermiddel. De term wordt ook vaak gebruikt in een ideologische context, en duidt dat op het (verdedigde of bestreden) recht van ieder individu om desgewenst een auto te bezitten.
Sinds de ontdekking van het milieu echter, beperken natuurlijke omstandigheden (ruimte in een land, schone lucht) dit recht aanzienlijk. Strikt liberale kringen vinden deze beperkingen echter niet aanvaardbaar en in strijd met een legitiem individualisme.
De term automobilisme wordt tegenwoordig vooral gebruikt door tegenstanders ervan. Toch is het ook als idee gebruikt door met name autofabrikanten en regeringsleiders. Deze eersten beschouwen zich als voorlopers en belangrijkste aanhangers ervan, bijvoorbeeld Henry Ford. Ook Adolf Hitler was een verklaard aanhanger van automobilisme: hij liet in de jaren 1930-40 als eerste ter wereld een 'volksauto' ontwikkelen (de Volkswagen).
In de jaren na de Tweede Wereldoorlog hebben vooral Amerikaanse autofabrikanten het begrip automobilisme inhoud gegeven, door aan te sturen op massale overgang naar de auto als vervoermiddel, wat er bijvoorbeeld toe leidde dat in de Amerikaanse stad Los Angeles het eerder goed functionerende tramsysteem opgeheven moest worden. Zo ontstonden ook uitgestrekte voorsteden, die door hun uitgestrektheid alleen nog per auto te ontsluiten waren. Met dit probleem houdt onder meer de planologie zich bezig.
De term mobiliteit sluit hierop aan, maar kan ook voor andere vervoermiddelen gelden.
