Aslan
Aslan (Turks voor "leeuw") is een fictief personage uit alle delen van de Kronieken van Narnia door C.S. Lewis. Het is een geweldige leeuw die de schepper is van Narnia. Hij is geen tamme leeuw, dus hij is autonoom en handelt zonder dat anderen hem kunnen manipuleren, maar wel volgens zijn principes, een thema in de boeken van de Kronieken.
Hij is een mythische figuur die in alle delen van de Narnia-reeks voorkomt en beschikt over een leger van sprekende en magische dieren. In Het neefje van de tovenaar schept hij de wereld van Narnia door de kracht van zijn zang. Hij wordt in Het betoverde land achter de kleerkast door de Witte Heks gedood op een heuvel die daarna Aslanberg werd genoemd, bovenop de Stenen Tafel. Deze plek werd een heilige plaats, omdat Aslan zich vrijwillig opofferde voor de menselijke verrader Edmund en daarna uit de dood herrees. In Prins Caspian keert hij na vele duizenden jaren weer fysiek naar het land Narnia terug en herstelt daar de orde. In De reis van het drakeschip is Het Land van Aslan het doel van de reis aan het eind van de wereld. Hier openbaart Aslan, als dat nog niet duidelijk was, dat Hij en Jezus een en dezelfde persoon zijn. In De zilveren stoel laat hij zien dat trouw aan hem en vertrouwen in hem loont, hoe wanhopig en uitzichtloos de situatie ook lijkt te zijn. In Het paard en de jongen begeleidt hij zo maar vier schepselen naar een goed einde. In Het laatste gevecht overwint hij voorgoed het Kwaad, en eindigt de wereld van Narnia door haar op te nemen in de tijdsorde van de eeuwigheid.
C.S. Lewis gebruikte de figuur van Aslan om het concept van de goddelijke Logos voor kinderen wat beeldender te maken.
|
|
---|---|
Boeken: 1 Het neefje van de tovenaar | 2 Het betoverde land achter de kleerkast | 3 Het paard en de jongen | 4 Prins Caspian | 5 De reis van het drakenschip | 6 De zilveren stoel | 7 Het laatste gevecht |
|