Aneurysma
Aneurysm | |
ICD-10 | I72. |
ICD-9 | 442 |
Een aneurysma is een verwijding in een deel van het vaatstelsel. Het kan zich zowel in een slagader, een ader als in het hart bevinden. De meest voorkomende plaats is de lichaamsslagader oftewel aorta in de buik. Dit wordt een AAA genoemd, een Aneurysma Aorta Abdominalis.
Vroeger dacht men aan slagaderverkalking (atherosclerose) als oorzaak van een aneurysma. Dit is echter niet de enige oorzaak, er zijn waarschijnlijk ook andere factoren van belang voor het ontstaan van een aneurysma. Tegenwoordig wordt een degeneratief proces in de wand van de aorta als oorzaak gezien. Hierbij is het evenwicht tussen eiwitten die de aortawand opbouwen en afbreken gestoord. Tevens kunnen erfelijk bepaalde stoornissen in de opbouw en stevigheid van de vaatwand, leiden tot het ontstaan van aneurysma’s op jeugdige leeftijd. Naast afwijkingen in opbouw en stevigheid van de vaatwand spelen mogelijk ook bepaalde ontstekingsreacties een rol.
In de meeste gevallen zijn er geen ernstige klachten. Echter, als een aneurysma groter wordt, dan wordt de vaatwand wel zwakker en kan hierin een scheurtje ontstaan, met een bloeding als gevolg. Bij een aneurysma van de buikaorta is deze bloeding in 75% van de gevallen dodelijk. 50% van de patiënten overlijdt voor aankomst in het ziekenhuis, waarna nog eens 50% van de geopereerden overlijdt tijdens de operatie. Een aneurysmaruptuur in de thorax (borstholte) is vrijwel altijd dodelijk.
Het aneurysma is meestal symptoomloos, behoudens een kloppend gevoel in de bovenbuik en klachten door optredende complicaties. Er is waarschijnlijk ook sprake van enige vorm van erfelijkheid, gezien het vaker voorkomen binnen sommige families. Het grootste gevaar vormt een (dreigende) aortaruptuur.
[bewerk] Behandeling
Vanwege de gevaren is het zaak een verdenking op een aneurysma goed te laten onderzoeken. Bij lichamelijk onderzoek kan dit alleen maar heel grof. Een goede methode is een echografie, waarbij de diameter in maat kan worden bepaald. Als een AAA groter is dan 4 cm bestaat er een reëel gevaar voor een ruptuur. In dat geval wordt meestal besloten tot een aorta bifurcatie prothese of het plaatsen van een stent. Preoperatief wordt dan ook nog een aortografie (translumbaal) verricht om te bekijken, welke aftakkingen van de aorta eveneens zijn betrokken bij het proces.